Eigenlijk kom ik er op door Merel met haar “jongetje pikt koekje”-verhaal, maar vroeger thuis hadden wij een aanbiddellijk buurjongetje. Knap ventje om te zien met grote bruine ogen en ’n jaar of drie toen. En vréselijk netjes opgevoed. Zo had zijn moeder hem op het hart gedrukt dat, als hij ergens was en wist dat er wel iets voorhanden was, hij nergens om mocht vragen: geen snoepjes, geen koekjes, geen plakje worst bij de slager, geen appeltje bij de groentenwinkel. Afwachten was de boodschap.
Als het hem te lang duurde voor hij iets kreeg of ze hadden hem niet zo gauw in de gaten, dan riep hij : “Arno mág niet vragen!”en hij schudde daarbij braaf van “nee” en zette zijn meest onschuldige oogjes op. Het resultaat laat zich raden. Iedereen vond hem een uitzonderlijk net jongetje en dat straalde ook af op zijn moeder natuurlijk en hij kréég gewoon wat hij wilde. Met nog een aai over zijn keurige bolletje ook.
Kijk, zo doe je dat. Als Boris Dittrich het zaterdag nou ook zo doet. “Boris mág niet vragen!”. Hij heeft ook best onschuldige oogjes, weliswaar blauwe, maar dat moet kunnen in dit land. Komt het misschien toch nog goed allemaal. En een aai over zijn bol kan er ook nog wel af, hoewel het er wel aan ligt van wie, denk ik, want er lopen veel énge mannen rond, hoor Boris……..!