Luwte….

Overal lees ik verhalen over dips en lamlendigheden, zeg! ‘k Heb er zelf ook wel eens eventjes last van en ’n remedie heb ik niet. Iedereen lost dat meestal op z’n eigen manier op. Het slechtste dat je tegen iemand kunt zeggen vind ik: “Kop op, morgen schijnt de zon weer!”. Je weet niet eens of dat waar is in deze tijd van het jaar en je bent Erwin Kroll niet.

Je weet ook vaak helemaal niet waar zo’n dip vandaan komt en is er soms geen reden voor. Het kan zomaar over je komen. Maar misschien is het gewoon een signaal van je hersenpan dat je es even rustig aan moet doen of eens iets helemaal anders dan anders. En meestal gaat het gegarandeerd weer over als je een beetje gezond in elkaar zit.

En het geen “dip” noemen helpt ook. We zouden eens een gezellig woord moeten verzinnen voor deze toestand. Es even denken…..Hoewel ’t dat wel vaak is, is “energiecrisis” te heftig en niet gezellig. “Luwte”, een beetje ’n ouderwets woord, vinden we dat wat? “Ik zit in de luwte” klinkt leuker dan “ik zit in een dip”. Dat lijkt alsof je er uit getrokken moet wórden. Luwte klinkt lekker uit de wind, ’n beetje zomers, comfortabel, je kunt er zelf uitkomen op ’n tijd die jou goeddunkt en met ’n goed boek, een leuke film, een bakje chips met een dipsausje……tsja…….


Tas….

We waren vanmiddag even de stad in om dezelfde reden als de meeste mensen, die we tegenkwamen. Maar het was niet al te druk, het was eigenlijk best lekker weer en er stond een draaiorgel te spelen met een orgelman, die heel creatief zijn centenbusje liet meerammelen met de muziek. Zo te horen was de inhoud de moeite dus dat is gewoon fijn voor zo’n man. Kortom: gezellig, gezellig.

We zijn ook nog geslaagd met onze boodschappen en dat is natuurlijk ook prettig. Alleen waren we vergeten een tas mee te nemen van huis en die plastic tasjes, die je in de winkels krijgt, snijden met wat gewicht erin na enige tijd ongelooflijk in je vingers. We wilden dus even een boodschappentas kopen, zo een met van die strepen of ruiten, je weet wel. Sterk, goedkoop en er kan veel in. Nérgens, zeg! Ja, bij Albert Heijn, zeiden ze, die had wel iets dergelijks. Maar we waren een eind uit de buurt en we hadden niks Albert Heijnerigs nodig, behalve die tas.

En bij de winkel van Blokker had ik nog een soort probleem. Wij noemen zo’n tas bij ons thuis namelijk een turkentas. Iedereen weet dan meteen wat je bedoelt. Wij kampeerden altijd met die tassen, gingen er mee met vakantie. Ideaal! Er kan zoveel in, kleding heeft de ruimte, het formaat is zeer handig in de achterbak van de auto en ook levensmiddelen zitten er, met de rits dicht, veilig in opgeborgen. Geen muis komt er in.

En hij heet natuurlijk niet voor niks turkentas. Onze medelanders hadden ze vroeger, als ze op vakantie gingen naar het moederland, altijd vol met van alles voor de familie. Maar die aardige hulpvaardige allochtone medewerker van Blokker durfde ik, toen ik op zoek was, uiteraard niet naar een turkentas te vragen. Hij had vast wel geweten wat ik bedoelde, maar zo iets doe je niet. Nou ja, nu hebben we weer een heleboel plastic tasjes. Hérgebruiken maar weer………


Feestmuts…..

Het voordeel van op zondag jarig zijn is, dat je de hele dag te bezichtigen bent. Ik had dan ook geen gebrek aan belangstelling gisteren. En ik heb leuke cadeautjes gekregen, waar ik blij mee ben. Leuke films op dvd, hele leuke dingen voor in huis, heerlijkheden voor in de badkamer en ’n hele bol vogelvoer om mijn tuinvriendjes de winter mee door te helpen.

Bovendien heb ik elektriciteit aangelegd gekregen in mijn kasje en de mannen hadden nóg een heel leuk idee: ik heb een apparaat gekregen waarmee ik al onze ouwe dia’s en filmpjes in de computer kan scannen. Die liggen in de kast omdat het zo’n gedoe is om ze te bekijken en dat is dus ook al in eeuwen niet meer gebeurd.

Eigenlijk weet ik ook niet meer precies wat er op staat en de tijd dat we dia’s maakten in plaats van foto’s beslaat toch wel heel wat jaren. Iedereen is dus zeer benieuwd. Het zal wel wat tijd kosten, dat scannen, maar dat is niet erg. Al die tijd dat ze er hebben gelegen , dan kan er nog wel wat bij. Het wordt vast een reisje langs memory lane. Ik zal er snel aan beginnen, zodra ik weet hoe het allemaal moet. Ze zéggen, dat het niet moeilijk is en dat ik ’t kan. En…..nou ja,…..dat ís natuurlijk ook zo. Maar ik had een leuke verjaardag, hoor……!


Sportbeoefening…..

Nou, ik weet het nu zeker. Ik heb ’t helemaal gehad met mijn jeugdige voorkomen. Er kwam een jongeman aan de deur om te praten over een sport-en health-centrum, gesponsord door Agis en Achmea, als ik het goed heb begrepen allemaal en daar konden we korting krijgen als we er kwamen sporten.

Ik vertelde hem, dat we ons daar eigenlijk niet zo mee bezig hielden, met sporten. En de man zei: “Dat begrijp ik, dag mevrouw”. Hij heeft niet eens geprobéérd om me te overtuigen…..nou já, zeg……!

En ik had nog wel mijn rooie sweatshirt aan…..


Kunstgeschiedenis op kleine schaal…..

Naar aanleiding van een mailtje, dat ik deze week kreeg, moet ik es even wat doen aan mijn familiegeschiedenis. Van moeders kant. Mijn grootvader en mijn oudste oom waren kunstschilders, bovendien gezegend met prachtige baritons. De vijf broers van mijn moeder hadden trouwens allemaal goede stemmen. Daar hebben ze geen van allen eigenlijk iets mee gedaan, behalve die ene schilderoom dan, die in Zuid-Frankrijk met z’n gitaar langs de terrassen ging en dat was volgens de verhalen best lucratief. Ook zijn er verhalen dat, als de jongens, toen ze nog thuis woonden, met z’n allen aan het zingen waren, op zondagmiddag of zo, de mensen op straat bleven staan om te luisteren. De Parelvissers en dat soort werk. Mijn moeder had zelf ook een warme alt. Ze zijn allemaal te vroeg geboren eigenlijk, want als er toen Idols of X-factoren waren geweest, nou, reken maar dat het wel wat geworden was.

Maar over die schilders dus. Ik heb in mijn prille logdagen, op 30 oktober 2001, een stukje geschreven over mijn oom Jan. Mijn grootvader heette trouwens ook Jan, er was dus een sr. en een jr. Nog steeds krijg ik reacties van mensen op dat stukje over Jan Kagie en voegen mensen herinneringen toe aan de mijne.

Mijn grootvader schilderde vanuit z’n bed, omdat hij als huisschilder (er moest wel brood op de plank komen voor zijn grote gezin) van een ladder viel en daar een dwarslaesie aan overhield en niet meer kon lopen. Ik heb hem niet anders gekend dan aan zijn bed gekluisterd. Grootvader kon ook prachtig verhalen vertellen. Als die eens ’n weblog had gehad, zeg! Er hing op woensdagmiddag een touwtje uit de brievenbus en dan zat zijn hele kamer vol met buurtkinderen die kwamen luisteren. Later, weet ik, nam de televisie het van hem over, maar evengoed zat dan zijn kamer vol, want er waren nog niet zoveel televisies in omloop. Hij is in 1971 overleden, 86 jaar oud.

Jan jr. heeft het schilderen van zijn vader geleerd, maar heeft zich autodidactisch verder ontwikkeld. Een academie is er niet aan te pas gekomen, bij mijn weten. Oom Jan was gelukkig ook ambulanter, schilderde als Hagenaar natuurlijk in de duinen en aan zee, in Zeeland, op Texel, veel in Drente toen hij daar woonde en hij zwierf door Frankrijk, samen met vriend Anton Heyboer, zie het afgebeelde schilderij.

Eenmaal in Amsterdam werkte hij in een andere stijl. Hij is daar ook zijn eerste vrouw verloren en heeft er zijn tweede vrouw Margriet ontmoet. Oom Jan overleed in 1991 en was toen 84 jaar oud. Er is meer belangstelling voor zijn werk tegenwoordig als je gaat rondgooglen en, al heeft hij daar nu niet zoveel meer aan, want rijk is ie nooit geworden van zijn kunst, dat vind ik wel mooi. Zoals ik zijn schilderijen ook mooi vind, niet alles, maar dat mag vast wel van oom Jan. Het was een aimabele man. En ik vind het leuk, dat ik familie van ‘m ben……


Handwerk…..

Wij krijgen regelmatig papieren brieven. Van de gemeente, de NS, de energiebedrijven, verzekeringsmaatschappijen, banken, nou ja, noem maar op. Van alles. Bij emails hoef je als afzender je niet druk te maken om een ondertekening. Ze weten zo wel van wie het komt. Maar bij een brief moet dat wel.

En dan valt ’t me op dat er dan als ondertekening een naam staat, met als toevoeging: “Manager klantenbeheer”, “Directeur Klantenservice” of “Hoofd Afdeling Externe Zaken” of een andere klinkende functieomschrijving. En dat er dan een handtekening onder staat, die zó kleuterig, in blokletters soms, heel moeizaam is geschreven, alsof het iemand betreft die nóóit met de hand schrijft. En misschien is dat ook wel zo. Maar ik vind het geen gezicht. Oefen daar nou eens even op, zou ik zeggen. Met zo’n schitterende baan is dat toch de moeite, zeg!

Ja, soms staat er ook wel eens “p/o” bij. Dan wéét je dat de baas er niet was en de secretaresse of iemand van de postkamer het moest doen. Als ie d’r niet is en de boel moet de deur uit, tja, dan moet je wat. Dat is overmacht en dan ben je geëxcuseerd natuurlijk.

Maar als manager, directeur of hoofd, maak er dan wat van: een mooie zwierige handtekening, de naam hoeft heus niet leesbaar te zijn, hoor! Hoewel dat vanzelfsprekend wel authentieker is. Het geeft de klant vertrouwen, dat er geen schoolverlatertje directeur zit te wezen, maar iemand die van wanten weet.

De belastingdienst doet het heel slim. Die stuurt je een brief en zet er dan onder “Dit schrijven is digitaal aangemaakt en daarom niet ondertekend.” Dan weet je waar je aan toe bent. Er zit geen mens achter, strikt onpersoonlijk. Betalen is wel altijd persoonlijk en dat hebben ze eigenlijk ook het liefst digitaal……


Hansepansekevertje……

Sinds een aantal jaren heb ik, waarschijnlijk via een van mijn vader cadeau gekregen gen, een verhoogde bloeddruk. Toen dat eenmaal was vastgesteld kreeg ik er van de dokter een tabletje voor en let ik, ook voor mijn huisgenoten trouwens, bij het koken op het zoutgehalte. En e.e.a. is al langdurig keurig onder controle.

Een verhoogde bloeddruk, daar kom je meestal bij toeval achter, bij ’n keuring voor heel iets anders, want je hebt er eigenlijk geen last van. Er zijn bij mij ook geen schommelingen of zo en soms is ie zelfs lager dan bij de vorige meting. Ik maak me er dan ook niet druk over, maar ben me ervan bewust dat ik ‘m heb.

Maar nou las ik vanmorgen in de krant, dat een Gentse biologe heeft ontdekt, dat het eten van insecten hoge bloeddruk kan voorkomen en verlagen. Sprinkhanen en rupsen hoeven niet in het menu, maar kevers, mieren en termieten bevatten een eiwit, dat hetzelfde effect heeft op de bloeddruk als dat pilletje van mijn dokter. En er zitten nog meer nuttige vitaminen en mineralen in die beesten. Lieselotte Vercruysse, die Belgische wetenschapster, zegt dat het kweken van die insecten efficiënter is dan het produceren van vlees, omdat ze minder voer en water nodig hebben.

Als dit de toekomst heeft (en ik zie de zorgverzekeraars zich al in de handen wrijven!) heb ik dus kans, dat ik over een poosje bij de apotheek een pondje mestkevers meekrijg. Levend natuurlijk, want zo hou je ze het meest vers bij het bewaren, lijkt me. Ik ben wel bang, dat mijn bloeddruk bij de aanblik van dat gewriemel tot fatale waarden zal stijgen.

Het schijnt, dat er volken zijn, die het nuttigen van insecten de gewoonste zaak van de wereld vinden, maar die hebben geen apotheek natuurlijk…….


Heilzaam….

Twee van onze kleinzoons hebben tijdelijk hulp nodig van een kinderfysiotherapeut. Niks ernstigs, er moeten wat kleine motorische onvolkomenheden recht gezet worden. Kwestie van corrigeren van de houding, de oog/handcoördinatie, het juist vasthouden van pen of potlood, waardoor ook het handschrift beter wordt ontwikkeld. Ze zijn nog klein, dus dat daar nu op wordt gelet scheelt later weer kosten in de zorgverzekering .

De jongste van de twee vertelde, dat hij met z’n blote tenen knikkers in een bakje moet doen, terwijl hij op één been staat. En bij dat verhaal sprong er in mijn hersenpan weer een laatje open met ’n herinnering! Zoiets moest ik namelijk ook, heel lang geleden. In de tijd, dat zoiets nog heilgymnastiek heette. Dat “heil” zal wel uit het Duits komen, maar vlak na de oorlog heette het evengoed nog steeds zo.

Ik was een jaar of tien, elf toen een schoolarts constateerde dat mijn ene schouder hoger stond dan de andere. En dat is nog steeds zo, als je goed kijkt en dat doet niemand, zelfs ik niet. Dat ik twee keer in de week naar heilgymnastiek moest na schooltijd is dus eigenlijk een heilloze actie gebleken.

Maar de heilgymnast was een witgejaste, vriendelijke, oudere man en ik moest allerlei oefeningen van ‘m doen, onder andere aan een wandrek, dat hij in zijn behandelkamer had. “Rèk en strèk!”, zei hij en dat deed ik dan. Aan het slot van de behandeling gooide hij een bakje met allerlei rotzooi: knopen, schroeven, bouten, moeren en knikkers op een matje en die moest ik dan met mijn blote tenen weer terug doen in dat bakje. Dat vond ik stomvervelend. Hijzelf ging gedurende die tijd de kamer uit om koffie te drinken bij zijn vrouw.

En ik durf hier met de hand op mijn hart te beweren dat ik nooit, maar dan ook nooit, stiekem de zooi met die hand weer in het bakje heb gedaan. Zo’n heilig boontje was ik…..toen….


Morgen wel weer over……..

‘k Ben bang, dat ik een beetje wereldvreemd word. Dat komt, doordat ik er niet veel meer van begrijp. Nee, nee, er zit geen dementie of Alzheimer aan te komen, hoor, het is een ander soort vervreemding. Bevreemding eigenlijk en meer in de normen-en waardensfeer, denk ik.

Ik snap namelijk niet, om maar eens een voorbeeld te noemen, waarom zo’n man als die schrijver Klinkhamer wordt geïnterviewd alsof hij een held is. Die man heeft toevallig wel zijn vrouw vermoord, hoor, en haar in zijn achtertuin begraven! En nu is het een BN-er. Zo’n man moet je toch doodzwijgen? En die bankman dan, Nick Leeson, die voor zoveel miljard zijn bank om zeep hielp, een jongensboekenheld is ie. En als je, als zeventienjarige, je dorpsgenoot doodslaat met ’n hamer, mag je na een aantal jaren weer met een schone lei beginnen, want ach, je bent nog zo jong.

In Frankrijk maakt een zanger, die zijn vriendin heeft gedood in een “huiselijk” conflict, slechts ’n paar jaar nadien, een nota bene maatschappijkritische cd, die waarschijnlijk vanwege de criminele achtergrond van de artiest nog als een trein verkoopt ook. Hoe dúrft ie en hoe durft zo’n platenmaatschappij! Die ziet alleen maar geld natuurlijk. In Den Haag runde een knul van 15 jaar een escortbureau voor volwassen mannen met meisjes van zijn eigen leeftijd. Alle kans, dat zo’n joch veroordeeld wordt volgens het kinderstrafrecht. Terwijl hij een zeer volwassen delict pleegt.

Nou kijk, en dáár begrijp ik dus allemaal niks van. Moet je zulke dingen dan maar als behorend bij deze tijd beschouwen en denken: het zal wel? Maar als je nou kleinkinderen hebt, die in zo’n norm-en vormloze wereld groot moeten worden? Ja, sorry hoor, ik heb zeker een zwartgallige dag vandaag. En nou is Herman Tsjuiphof ook nog dood…….


Leuk voor later….

Iemand van ons voormalige werk had wat foto’s nodig van een collega, die vanwege pensioen een eind maakt aan zijn werkleven. Ze gaan ‘m met toeters en bellen uitluiden, vandaar dat er nogal wat gefabriekt moet worden aan een afscheidsalbum of zo. Omdat het, hoewel hij natuurlijk jonger is, ook ónze collega was ooit, vermoedde men dat wij nog wel in het bezit zouden zijn van wat actiefoto’s waarop hij te zien is. Dan ga je dus je hele papieren fotobestand eens even door en aangezien dat allemaal van voor het computertijdperk is, was dat nog een heel karwei. Maar we hebben hem gevonden en ze kunnen er, denk ik, scannend en fotoshoppend wel wat mee.

De boel doorspittend bedacht ik me, dat wij wel dénken, dat we helemaal niet zo veel met vakantie zijn geweest, onszelf niet als ‘big spenders’ beschouwen in ieder geval, maar dat dat best mee viel. Of tégen, net hoe je ’t bekijkt. Ik ben zo verschrikkelijk veel vakantiefoto’s tegengekomen, onvoorstelbaar.

We zijn erg eenvoudig begonnen destijds, onze eerste vakantie als getrouwd stel. In een piepklein houten vakantiehuisje bij mensen in de tuin in Bergen aan Zee. Toch kan ik me die vakantie nog heel goed herinneren, want de Dutch Swing College Band speelde in een hotel daar. Geld om bij dat dure hotel naar binnen te gaan hadden we niet, maar we stonden buiten bij het raam vlak achter de band en hoorden het beter dan mensen die binnen achteraan stonden. De drummer zette met ’n knipoog zelfs speciaal voor ons het raam op een kier! De naam van die drummer weet ik ook nog: Louis De Lussanet. En het was geweldig! Maar goed, er zijn natuurlijk ook foto’s van de kaasmarkt in Alkmaar en de nodige zee- en duingezichten. En ach gossie…. zo jóng als we toen waren, in zwart-wit……

Nou, in de jaren daarna kamperen met één, twee, drie, vier kinderen. We gingen naar Drente, Brabant, Limburg, naar Frankrijk, naar Duitsland en ook wel eens nergens heen. Maar dan zijn er leuke foto’s van de achtertuin en de kinderboerderij. We gingen later naar Slowakije, naar Zwitserland, naar Engeland en naar Engeland en ook nog naar Engeland. Kortom: we zijn niks tekort gekomen aan vakantie aan de foto’s te zien.

Ik heb ook weer heel veel foto’s gevonden van onze werkzame jaren, waarin we veel activiteiten hadden met onze cliënten, die toen nog revalidanten heetten. We maakten ook veel succesvolle cabaretprogramma’s om de werkdruk de baas te blijven en je gram kwijt te kunnen, een uitstekende manier trouwens, kan ik iedereen aanraden. Scheelt je vele ritjes naar het Binnenhof.

Nou ja, leuk om die foto’s allemaal weer te zien. Alleen moet je er niet bij op de rand van je bed gaan zitten, want dat is erg vermoeiend. Maar de boekenkasten met de albums staan nou eenmaal op onze kamer. Ergens is fotoalbums zo bekijken leuker dan op de computer, maar je wordt er dus moe van.

Maar kinderen, ik beloof jullie een leuke erfenis. Nee geen geld, maar foto’s! Goud waard zijn ze en je bent er úren zoet mee. Je mag ze trouwens ook wel eerder komen kijken, hoor…………