Aardrijkskunde…..

O, misschien ben ik wel vreselijk bezig met het beleggen van slakken met zout, maar ik vind, dat ze bij het journaal niet echt goed zijn in topografie. In ieder geval niet bij het jeugdjournaal, waar van de jeugd toch verwacht wordt dat ze er iets van opsteken. Twee keer in korte tijd was er iets mis.

Lenie ’t Hart van de zeehondencrèche wordt 65. Naar aanleiding van dat heugelijke feit krijgt ze niet alleen AOW, maar krijgt de crèche ook haar naam. Nou, dat is leuk. Ze heeft er genoeg voor gedaan en ik gun ’t haar van harte, dat eerbetoon. Maar dan zeggen ze op het journaal dat die zeehondentoestand in het Friese Pieterburen ligt. En dat is niet waar. Het ligt in Groningen.

Van de week hadden ze weer een bericht over het Gelderse Enter en dat ligt al een heel tijdje in Overijssel. Echt waar. Niet erg, hoor, ’t zijn maar kleine foutjes en Pieterburen en Enter zijn gáten vergeleken bij de Randstad, maar het staat zo slordig.

Het zou niet moeten gebeuren eigenlijk. Als je ’t niet precies weet is het na te kijken, toch? Of je belt even: “Zeg, waar liggen jullie precies?”. Moet toch te doen zijn vanuit het Utrechtse Hilversum…….


Met me vlaggetje, me hoedje en me toeter…..

Geheel tegen mijn gewoonte in, want ik vind doorgaans een samenvatting in het journaal meer dan genoeg, heb ik vandaag de hele troonrede gehoord en gezien en de poespas er om heen ook. Al die mannen in operettepakken naast de gouden koets, de onrustige paarden, die helaas zo goed getraind zijn dat er nou nooit eens iets mis gaat. Al bleven ze maar éven klem zitten onder dat poortje naar het Binnenhof, dat zou ik al leuk vinden. Maar nee, dan hebben ze natuurlijk weer koetsiers, die al dertig jaar in dienst zijn en precies weten hoe breed dat poortje is. Gaat het wéér goed.

Of dat een kanon eens lekker hard af gaat, omdat iemand er per ongeluk een dubbele dosis in heeft gestopt. Maar niets van dat alles. Niets heeft het sprookje verstoord. Tradities, daar hangt deze dag van aan elkaar. Maartje van Weegen zei het zelf. De betovergrootvader van Donner, vertelde ze, want zo lang zitten die al in het vak, heeft eens één keer in achttienzoveel in zijn enthousiasme over de troonrede geroepen: “Leve de koningin!” en zoiets houden ze d’r dan in. Traditie.

Al de hoeden van de dames kamerleden: ook traditie, de een al fraaier dan de ander. Ik zag van de week in een programma wat zo’n hoofddeksel moet kosten en wat voor ’n moeite het kost om er een te krijgen. Je wilt het niet weten. Ik zag Femke Halsema met alleen haar op haar hoofd. Vind ik heel verstandig. Twee kleine kinderen naar de dure kinderopvang en dan zo’n kostbare hoed, waar je verder niks meer aan hebt, want iedereen heeft ‘m al gezien, eens gedragen blijft gedragen, het is allemaal zonde van het geld. Jan Marijnissen zonder das heeft ook geld bespaard, zag ik.

Ik zag ook Sophie Hilbrand zitten, van wie ik dacht: hoe komt die daar? Maar er valt wel iets te slikken bij die troonrede, dat zal het zijn. Zij had haar hoed zelf gemaakt, dat zag je zo. Een stellage met een reddingsboei erop. Een middagje knutselen en je hebt een paar honderd euro verdiend! Er zat ook een kamerlid met drie vliegtuigjes op haar hoed. Die heeft in haar werk met Schiphol te maken waarschijnlijk en was alvast aan de uitbreiding begonnen.

De Oranjes zagen er goed uit. Geen vogelnesten deze keer. Jurken van het type ’t kost-wat-maar-dan-heb-je-ook-wat. Máxima weer het elegantst, maar dat vind ik meestal. Het publiek langs de route is ook het bekijken waard, hoor! Middelbare vrouwen met oranje hoedjes, veren boa’s, vlaggetjes in de hand, die uit hun bol gaan als er een camera op ze gericht wordt. Ik zit me altijd plaatsvervangend te schamen, maar dat heb ik dan gewoon thuis, daar merken ze niks van.

Nou, het Wilhelmus heb ik ook drie keer gehoord, dat is voorlopig wel weer genoeg. We krijgen de interlands ook nog! En volgens de koningin hoeven we ons geen zorgen te maken: het gaat heel erg goed met Nederland. Het buitenland waardeert ons, want we doen overal onze plicht. De plannen voor de zorg, het onderwijs, de integratie, de alfabetisering, allemaal oké. En bij de vakbonden zijn er veel vrouwen aan de macht dus het komt allemaal goed……..


Tijdvak……

Het is inmiddels 5 jaar geleden dat ik stopte met werken. Betaald werken. Ik voer echt nog wel iets uit, maar niet meer in opdracht. Aan wat ik nu nog uitspook hebben alleen mijn huisgenoten en ikzelf nog iets. Toen ik vertrok uit mijn werkkring heb ik, omdat ik wist dat mijn jongere opvolgster er toch niets mee zou doen omdat zij, heel begrijpelijk, andere en modernere ideeën had over het vak textiele werkvormen én omdat ze de kastruimte goed kon gebruiken, de exemplaren meegenomen van de handwerkbladen, die ik in al die jaren had verzameld.

Ik nam ze mee naar huis, legde ze op een stapel en zo nu en dan keek ik er nog wel eens in, hoor, maar om nou te zeggen dat ik ijverig aan het breien, haken, borduren, weven, knopen en macramé-en ben geslagen, nou nee. Ik was behoorlijk aan het afkicken van het vak en dat beviel eigenlijk uitstekend. Handwerken is trouwens toch al niet meer wat het geweest is. Een blad als Ariadne bijvoorbeeld was vroeger hét handwerkblad en het heeft nu de toevoeging “At Home” en is een woonblad geworden. Met zo nu en dan nog een aanwijzing voor het maken van een kussentje voor je bank, omdat zoiets kant en klaar kopen voor heel veel geld eigenlijk te gek is voor woorden. Zo simpel en weinig werk is het om het zelf te maken. Daar kan zelfs een moderne redactie niet omheen.

Nu ben ik aan het opruimen in mijn zolderkamertje en ik kom ze tegen, al die bladen. De ellende met mijn manier van opruimen is, dat ik ze toch nog even moet bekijken. Dat is tijdrovend, maar wel érg leuk! Ik ben weer helemaal terug in de tijd en dat niet alleen: die vestjes en truitjes zouden nu helemaal niet misstaan, hoor! Ja, je moet ze natuurlijk zelf even in elkaar flansen, maar qua model? Passen schitterend bij de strokenrokken.

Ik heb ook borduurpatronen gezien waar ik zó aan zou willen beginnen. Ware het niet dat ik vantevoren kan zien hoe lang ik er zoet mee zou zijn. Maar ik ga wel weer wat doen. Ik heb prachtige strengen borduurgaren geërfd van mijn schoonzusje. Mijn broer heeft ze me gebracht. Er zitten zulke prachtige kleuren bij, alleen van het bekijken daarvan wordt je al helemaal creatief.

Ik bén dus helemaal niet aan het opruimen! Ik ben gewoon op zoek naar een mooi patroon voor “iets”. Of ik verzin het zelf wel. Wat, dat weet ik nog niet precies, maar de kriebels zijn volop aanwezig. En het wordt ’s avonds alweer wat vroeger donker ook. Weet je: ik leg ze gewoon terug die bladen, nadat ik ze bekeken heb. Ze echt opruimen kan altijd nog. Ik ben onder de pannen deze winter…….


Correctie…..

Onze dochter heeft ons vanmorgen een bekentenis gedaan: ze heeft haar zoon een tik gegeven. Tegen z’n been. En dat mag niet. Ze heeft een binnenkort strafbaar feit gepleegd. Zelfs corrigerend mag je je kroost niet meer tot orde en medewerking bewegen door middel van een klapje op een bepamperde bil.

Wij hebben onze kinderen nooit lichamelijk hoeven tuchtigen. We kwamen ook niet op het idee om dat te doen. Bovendien grijp je als blinde vader vaak mis. Maar we waren ook te gemakzuchtig waarschijnlijk en konden het met woorden af. Een tik ter aansporing zal er best wel eens gevallen zijn en dan werd er ook gehuild, maar dat was omdat ze belédigd waren en niet vanwege de pijn die het deed. Je hebt trouwens ook kinderen die gewoon terug slaan en soms ook als eerste beginnen. Daar mogen ze dan ook wel eens naar kijken in Den Haag. Maar die komen waarschijnlijk bij “Schatjes” terecht waar ze hun ouders kunnen laten opvoeden.

Even serieus: je mag, als je ook maar iéts vermoedt in die richting je ogen niet sluiten voor kindermishandeling en moét actie ondernemen. Als je op sites kijkt over dit onderwerp krijg je kippenvel van onbegrip en medelijden. Hoe mensen zo met kinderen kunnen omgaan, je kunt er niet bij. Lichamelijk én mentaal, verwaarlozing ook. Vreselijk, het zou niet moeten kunnen, dat er niet van je gehouden wordt.

Maar zou ” ze zo nu en dan achter het behang willen plakken” ook strafbaar worden………? Nee toch……


Ons kent ons…..

‘k Vind de Belgische “Man bijt hond” leuker dan de Nederlandse. Dat ligt voornamelijk aan de man, die zo ontzettend overdreven de onderwerpen aan elkaar praat. Ik vind het ook zo hap-snapperig, dat programma. De Belgen hebben minder onderwerpen per keer, zodat die ook beter uit de verf komen. En ik hou van dat Vlaams, dat ook.

Ik hoorde een speeltuinbeheerder praten over de “schuif af”. Dat was de glijbaan. Vond ik leuk. “Glijbaan” klinkt gladjes en bij “schuif af” heb je het idee, dat er onderweg naar beneden nog allerlei gezelligs kan gebeuren.

En een bejaarde sportfietser, die tot de ontdekking kwam, dat zijn voorband zacht was toen hij wou vertrekken voor een tochtje met z’n vriend, zei dat ie “nog even wat wind bij ging steken”. Dat is toch veel aardiger dan ” oppompen” ? Het is een gevoel.

Wind bijsteken: dan doe je er wat lucht bij tot het voldoende is. Oppompen is doorgaan tot er niks meer bij kan. Misschien is dat wel het verschil tussen Belgen en Nederlanders. Maar, zoals gezegd, ’t is een gevoel…….


Broeikaseffect…..

Tuinplannen, ik heb ze regelmatig. Dan denk ik:”Die struik zou eigenlijk weg moeten, hij is veel te groot”. Maar dan krijg ik weer medelijden, omdat ie zo z’n best heeft gedaan. Dan knip ik ‘m voor de vorm een beetje bij, vaak blijkt ’t z’n snoeitijd niet te zijn, dat is wel stom natuurlijk, dat ik dat dan niet weet, maar dan blijft hij dus.

Ik ben ook al zo’n slechte wieder. Ik vind onkruid heel vaak geen onkruid en dat is niet des wieders. Ook dat is tamelijk stom, want het onkruid denkt: “Jippie!”en breidt de familie nog es even lekker uit. Ik heb bijvoorbeeld wel drie soorten dovenetels: paars, roze en geel. Ik vind ze mooi, maar ze woekeren als een gek. En het is onkruid natuurlijk.

Maar nu heb ik een echt plan en dat ga ik uitvoeren ook waarschijnlijk, misschien. Dit najaar haal ik de hele tuin leeg, dat is de eerste fase van mijn plan en het is er zelfs de goede tijd voor. Dan ga ik kijken welke planten ik wil houden en ga die op een goede plaats zetten. Een waarover ik heb nagedacht en niet, zoals tot nu toe, waar nog een gaatje was, zoals het uitkwam: naast de dovenetel bijvoorbeeld.

En het mooiste, spectaculairste en ingrijpendste plan is eigenlijk dat ik een kas wil. Geen grote, want daar hebben we de ruimte weer niet voor, maar een die met één kant tegen de schuur aan komt. Een muurkas heet dat in het jargon dan ook. Ik wil er wel zelf in kunnen, dus zo’n afmeting moet ie wel hebben.

Dat lijkt me nou zó leuk! Tegen je man zeggen: “Ik ben even in de kas, hoor!”en dan lekker rommelen. Zaaien, verspenen…(ik doe net alsof ik er al heel veel verstand van heb en “verspenen” is zo’n woord dat daarbij helpt), zieltogende kamerplanten oplappen, planten laten overwinteren, misschien wel tomaten kweken of iets exotisch of zo. Het lijkt me geweldig. Ik ruik de grond van mijn kweekbakken al.

We zijn dus op internet aan het “droogzwemmen” in de wereld die “hobbykassen” heet. Het woord “kas” is daarbij zeer van toepassing, hebben we gemerkt, want daar moet je goed bij zitten. Ik zie het wel, want het zijn nog maar plánnen, hoor! Tuinplannen. En De Slegte heeft vast wel mooie kasboeken ook. Heerlijk, plannen……..!


Move….

Vorige week mocht ik mee om nieuwe meubels te kopen voor een nieuw huis. ’n Dochter van ons gaat verhuizen en richt haar leven en haar huis nieuw in. Het komt niet zo vaak voor dat je in één keer van alles uit gaat zoeken, dat dan ook in één keer bij elkaar moet passen. Daar komt een hele verantwoording bij kijken, vandaar dat ik mee mocht. Voor de huisraadgeving. Je hebt een leeg huis nodig en een gevulde portemonnee, dat wel. Het kost wat tegenwoordig! Maar het blijft leuk om te doen.

We waren op een meubelboulevard in Zevenaar bij één bepaalde winkel, want mijn dochter is een vantevoren-op-internet-op-en-uitzoeker. Dat scheelt tijd. Ze wist precies waar ze moest zijn en wat ze wilde. En als het in het echt niet tegenviel dan wás dat het gewoon.

Dat soort winkelgedrag heeft ze niet van mij. Ik ben een twijfelaar. Om in meubeltermen te blijven: die zie je niet meer op de beddenafdeling! We hebben wel twijfelstoelen gezien. Die heten dan loveseats. Maar ik doe dus niet zo snel keuzes, denk na, loop nog eens langs, kijk eens elders, maar dat ligt ook wel aan de financiën natuurlijk. Die houden een mens netjes. Mijn kloris en ik hebben onze meubels bij elkaar gesprokkeld door de jaren heen en het is geen design, bepaald niet, maar ik ben best tevreden.

Maar als je in zo’n meubelpaleis rondloopt krijg je wel visioenen, hoor! Mijn visioenen wijken trouwens zeer af van die van mijn dochter. Ik vind wat ze heeft uitgezocht prachtig en ik ben het helemaal met haar keuze eens, het past bij het nieuwe huis, maar voor onszelf zou ik het wel weten!

Ik heb me toch Engelse meubelen gezien….wow! Dan moeten er natuurlijk wel weer andere gordijnen bij en een paar andere kleden ook. Dus zullen we absoluut even de staatsloterij moeten winnen. Ik zal eerst maar eens een lot halen morgen, je moet ergens beginnen. Wat voor eindcijfer zal ik es nemen …….?


Tussen de regels door…..

Bij het opruimen, want dat doe ik wel eens, vond ik een boekje: “Het domein der vrouw”. Hoe ik er aan gekomen ben weet ik niet, maar het moet een erfenis zijn. Het gaat over huishoudelijke vorming en alles wat ik over huishouden weet is autodidactisch tot mij gekomen. Kennelijk heb ik zoveel opgestoken in de loop der tijd dat mijn domein er redelijk bijligt. Het boekje moet, gezien de afbeeldingen en het taalgebruik, afkomstig zijn uit de jaren vijftig, zestig.

Toen ik het doorbladerde moest ik denken aan dat programma “Dat zal ze leren”, dat momenteel wordt uitgezonden. Ik zag er van de week iets van. Het is de bedoeling, dat een stel pubers zes weken lang intern een schoolregime volgt, zoals dat volgens de makers van dat programma gebruikelijk was in de jaren vijftig. Dus: inleveren die mobieltjes, geen televisie, bidden voor het eten, om negen uur naar bed , kortom straffe discipline. De honden lusten er geen brood van.

Ze krijgen heel wat voor hun kiezen, die kinderen. Autoritaire leraren met een strakke scheiding in het haar met pakken uit het jaar kruik door wie geen weerwoord wordt getolereerd. “Haal die grijns van uw gezicht!” is dan ook een veelgehoorde kreet. Het is ook om te lachen, hoor, ik kan me dat best voorstellen, hoe ze de discipline proberen te handhaven. Het lijkt een toneelstuk. Er waren er al, die spijt hadden dat ze meededen. Ze worden ook gefilmd in de schaarse ogenblikken dat ze onder elkaar zijn en dan is de taal natuurlijk anno 2006.

Ik weet niet wat precies de bedoeling is, maar ik was op school in de jaren vijftig. Niet intern, want dat lijkt me sowieso al vreselijk. Wij hadden natuurlijk ook regels op school waar we ons aan te houden hadden. Strafregels ook, vaak en veel. Maar onze klasseoudste keek elk jaar wie er qua handschrift bij elkaar pasten en dan was het een fluitje van een cent. Erg handig.

Te laat komen was wel een ernstig vergrijp en werd gestraft met ’n week lang een half uur eerder op school komen. Dan zat je bij de concierge, want die was toch al vroeg. We begonnen om 8 uur, dus dan zat je om half 8 op school en dat was vroeg. Ook toen. Er moest zeer gedisciplineerd gewisseld worden van lokaal na elke les. Niet kletsen op de gang, rechts lopen, ook op de trappen, niet hollen en linea recta naar de juiste klas.

Toiletbezoek niet tijdens de les, tenzij je via een briefje kon aantonen, van je ouders of de huisarts, dat er iets mis was met je waterhuishouding. Dat waren trouwens allemaal regels die wij gewoon vonden. Vervelend, maar wel gewoon. Ik heb altijd leuk les gehad.

Dus dat programma moet de jaren vijftig nou niet te gek afschilderen, vind ik. Zo erg was het niet. Het is gewoon, dat de jongeren van vandaag niet passen in de jaren vijftig en dat is toch normaal? Terugverlangen naar die tijd is grote onzin. Ik heb me ook wel eens gruwelijk doodverveeld toen en daar heb ik nu helemaal geen last meer van. Maar een beetje van nu en ’n beetje van toen, dat moet misschien wel te regelen zijn, toch? Dát zal ze leren…..!


Van de andere kant……

Casaspider, je weet wel El Hombre de tu Vida, bracht me op het idee vorenstaand verhaal ook eens op te schrijven vanuit de optiek van de door mij “aangereden” dame. Dat zal ik even doen. Voor alle duidelijkheid: het speelde zich af op zaterdagmorgen. Daar gaat ie:

“Nou zeg, wat me nu weer overkwam vanmorgen! Ik had net Joerie naar de voetbal gebracht en Kimberly naar jazzballet, omdat Henk weer zo nodig moest uitslapen, zodat ik alle weekendboodschappen weer in mijn eentje moest doen. “Schat, neem je ook een kratje Amstel mee?”, zei ie nog met z’n slaperige kop.

Dus ik ben in de supermarkt, waar het hartstikke druk was, loopt er zo’n ouwe muts met ’n winkelwagentje tegen me op! “Sorry!”, zegt ze nog, maar wat heb ik daar aan? ‘k Heb haar duidelijk gemaakt, dat ze niet alléén op de wereld was. Laat dat soort mensen boodschappen doen op een andere tijd! Ze hebben toch tijd genoeg.

Ik loop me op zaterdagmorgen altijd het laplazarus om alles in huis te krijgen en weer op tijd te zijn om de kinderen op te halen. Ik had dan ook flink de dampen in. Het leek trouwens wel of dat mens me de hele tijd achterna liep. Ik kwam d’r steeds weer tegen. Ik brood, zij ook brood. Ik kaas, zij ook kaas. De sperzieboontjes waren in de aanbieding dus daar was het weer raak. Volgens mij liep ze op me te loeren. Dat kan geen toeval geweest zijn!

Bah, ouwe mensen, ik kan ze niet uitstaan! En helemaal niet op zaterdagmorgen. Dacht ik bij de kassa lekker gauw klaar te zijn door bij de caissière af te rekenen, gaat dat mens modern lopen doen door zelf te scannen bij de machine. Is ze nog eerder klaar ook. En ik hád het al zo druk.

Nou, ik heb mezelf maar een bos zonnebloemen cadeau gedaan, want van Henk hoef ik zoiets niet te verwachten…….”


Iets goed te maken……

Helemaal per ongeluk botste ik tijdens het boodschappen doen in de supermarkt tegen het winkelwagentje van een jonge vrouw. Meestal is dat iets van “Oeps! Sorry!”, maar ze keek me woedend aan en zei: “Er lopen nog méér mensen hier!”.

En toen zei ik: “Nou, nou, wat een reactie!”. Dat had ik niet moeten doen. Ze werd nog kwaaier dan ze al was. Als blikken konden doden was ik ter plekke bevorderd tot de heerlijkheid. Of tot iets anders.

Het was nog aan het begin van de winkel ook dus ik kwam d’r bij iedere “gang” weer tegen! Bij het brood, bij de vleeswaren, bij de sperzieboontjes (in de aanbieding), bij de soep….. En het was nóg niet over toen we bij de kassa waren.

Zielig, hè? Ik had een bosje bloemen voor haar moeten kopen…..zónnebloemen!