Papadag…..

Ze zijn weer lekker lawaaiig bezig vandaag, want morgen beginnen ze met het opnieuw asfalteren van onze straat. Dan moet er  voorwerk gedaan worden, putdeksels moeten bereikbaar blijven en alle hobbels en bobbels moeten d’r uit, zodat we hier geen moeite zullen hebben ons gladjes aan de verplichte 30 kilometer te houden.

Er zijn wel tegelijk heel veel grote machines nodig.  Een vader stond, samen met z’n plusminus driejarige zoon, die zich op een driewielertje bevond, naar al die bedrijvigheid te kijken. Het jochie vond het prachtig.

Maar ja, hoe gaat dat met van die vaders: die willen wel es verder. Moest nog een wasje draaien waarschijnlijk. En het ging toch al niet zo flitsend allemaal met dat driewielertje. Maar z’n zoon was het er niet mee eens. Die wou nog kijken naar al die grote auto’s.Papa’s lossen zo’n verschil van mening toch effe anders op dan mama’s. Hij nam zijn schreeuwende, tegenspartelende kind resoluut onder zijn ene arm, het fietsje onder de andere. Je hebt natuurlijk  spierkracht nodig om het zo te kunnen doen. Maar even later zag ik het jongetje netjes voor z’n vader uit fietsen.

’n Mooi staaltje van opvoeden? Ach, vrouwen gaan meer in overleg, denk ik. Duurt langer, dat wel. Het zwakkere geslacht, weet je wel? Maar deze oma vond ’t erg leuk om te zien…..


Tekst en muziek…..

Kinderboekenschrijver Koos Meinderts heeft de Willem Wilminkprijs gewonnen voor het beste kinderlied. “Maite Maria” heet het. Hij was er, op de foto in de krant te zien, heel blij mee. Daar stond hij op afgebeeld samen met presentatrice Dolores Leeuwin, bekend van Het Klokhuis en de juryvoorzitter Sjoerd Kuiper.

Nu weet ik wel dat Willem Wilmink zelf ook prachtige teksten schreef, ik heb boekjes van ‘m die ik graag herlees, maar dat de componist van de muziek, Thijs Borsten, nergens te zien was op de foto vond ik wel raar. Hij zal best in de zaal hebben gezeten, hoor, dat neem ik wel aan. Je doet zoiets toch met z’n tweeën, maar op de winnaarsfoto kwam hij niet voor. Zelfs bij het Eurovisie Songfestival gaat dat al anders.

Nou ja, zoiets steekt mij dan een beetje. Bovendien ontvangt Koos als prijs een kunstwerk en vierduizend euro. Thijs krijgt er duizend. Zal ie ook blij mee zijn, maar ik vind het verschil een beetje groot. Het gaat toch om een liéd, dacht ik.

Wat zouden bijvoorbeeld de liedjes van Annie M.G.Schmidt geweest zijn zonder de fenomenale muziek van Harry Bannink? Ik noem maar een zijstraat……


Dubbel geparkeerd…..

We zijn van plan vandaag ons lidmaatschap van de ANWB op te zeggen. Op hun website staat dat ze dat jammer vinden. We zijn 44 jaar lid geweest en dat is natuurlijk best lang. Ouwe hap zogezegd. Toen onze auto’s doorgaans niet zo jeugdig waren en wij nog wel, hadden we de Wegenwachters nog wel es nodig. Later, toen wij ouder waren, werden onze auto’s steeds jonger en dus minder blessuregevoelig.

Nu hebben we weer ’n nieuwe en daar zit een hele min of meer gratis serviceverlenende organisatie aan vast vanuit de garage waar we ‘m aanschaften. En weet je wie ze er bij halen als een van hun klanten onderweg sores met z’n auto heeft? Juist. De ANWB! Hebben ze ’n dealtje mee gemaakt. Toen leek ons eigen lidmaatschap niet zo zinvol meer.

Maar het voelt wel raar, hoor, dat opzeggen. Net of je er dan niet meer bij hoort. Mijn vader was al lid, dat is al meer dan vijfenzestig jaar geleden of zo. Emblemen op de auto van de Wegenwacht en de ANWB. Dan was je in die jaren een echte automobilist, die de mensen in hetzelfde merk als waarin je zelf reed groette.

Wij hadden later ook de Reis-en Kredietbrief, die we nooit nodig hebben gehad trouwens. De creditcard heeft ‘m ook vervangen natuurlijk. Nou ja, weer een periode afgesloten. Financieel dan, want áls we wat krijgen? Dan komt gewoon de Wegenwacht…..Grappig, toch?


Plantaardig…..

Er zijn momenteel nogal wat wethouders in opspraak, zeg, zo hier en daar. Ook in Apeldoorn is het college sinds nog niet zo heel lang weer op orde. Geen fraude of zo, tenminste dat dacht ik niet, maar dom gedaan met grondspeculaties, ’n heel gedoe. Dat Apeldoorn vreselijk aan het bezuinigen is, omdat ze de rommel, die die misrekening heeft veroorzaakt liefst zélf willen opruimen, vind ik wel wat hebben. Het is jammer dat we daar allemáál aan mee zullen moeten helpen. Dat zullen we merken.

Maar nou stond er vanmorgen een foto in de krant met een breed lachende oud-wethouder, nee, niet die van Grondzaken, hoor, en een meneer die naast hem op z’n hurken zat en die Boon heet. En dat is een prima naam voor de plannen die ze hebben met 600 hectare van die in waarde gedaalde lap gemeentegrond. Daar willen ze grote moestuinen op aanleggen en die gaan dan de Stadsakkers van Apeldoorn heten.

Dan gaat er vers spul geleverd worden aan de Voedselbank en natuurlijk ook andere afnemers. Er zijn al contacten met allerlei instanties, want men denkt wel 150 tot 200 mensen aan werkervaring en/of dagbesteding te kunnen helpen. Nu gaat volgende week of zo, een deel van de gemeenteraad in Utrecht kijken, hoe of wat, want daar hebben ze al zoiets.

En dan hopen de initiatiefnemers over zo’n 2 maanden uitsluitsel te hebben van de gemeente als eigenaar van de grond. Nou en als ze nu nog  moeilijk gaan doen daar, dan moeten ze zich maar direct diep gaan schamen, dacht ik. Maar, al moet er nog veel gepland en geregeld, er is hoop en dan gaan in het voorjaar, je weet wel, als de klok weer ’n uur vooruit gaat, het eerste zaad en de eerste stekkies de grond in. Zou mooi zijn, hè?

Ik vind het een subliem plan en de plek waar het komt, in het zuidelijk deel van Zuidbroek, de nieuwste woonwijk, prachtig. En dat wil je als bewoners met zo’n wijklogo toch ook veel liever dan nog meer stenen huizen? Van de nood een deugd maken noemen ze dat…..


Waarheid…..

Mooi gezegde, dat ik zomaar tegenkwam:

Een positieve blinde ziet meer dan tien zwartkijkers!

Er zijn heus wel es dagen, dat het ’n ietsepietsie minder is, maar over het algemeen merk ik dat dagelijks aan mijn eigen kloris. Die heeft trouwens doorgaans dan maar met één zwartkijker te maken, maar dat is ‘m al meer dan genoeg…..


Dipsausje…..

Soms heb je wel eens zo’n periode als weblogger. Er gebeurt weinig, dat voldoende interessant is om het er over te hebben. Omdat het te extreem is voor woorden of te gek.

Onbegrijpelijk voor iemand als ik. In televisieprogramma’s zoeken boeren een vrouw, willen mensen het beste zingen en dansen, met shows d’r omheen met glitter en glamour waar je kleurenblind van wordt. En daar doen mensen aan mee van wie ik helemaal niet had verwacht dat ze zich voor zoiets zouden lenen. Rellen, waardoor plekken op de kaart worden gezet, waar ’t voorheen goed toeven was, een stille tocht voor ’n hond. Zielig, hoe ie aan z’n eindje kwam,  maar zo overdreven. Zoiets degradeert alle stille tochten. Ik snap de prioriteiten soms echt niet.

Maar goed, zolang een oud iemand zoals ik niet zo veel te klagen heeft over haar gezondheid, de krant selectief leest en de televisie op dezelfde manier bekijkt, is er niks met je aan de hand eigenlijk.
Ja, we hebben een andere auto, omdat we de vorige goed konden inruilen en daardoor wat voordeliger uit zijn. Maar het is al de zoveelste keer dat we van auto wisselen, dus zó opwindend is dat niet meer. En onze op één na jongste kleinzoon werd gisteren alweer tien jaar. Hij is dus ook al aardig wat keertjes jarig geweest. Natuurlijk was het wel weer ouderwets gezellig bij ‘m en we hebben dezelfde leuke mensen weer gezien, dus ja….. Maar zoals gezegd voor iemand met een weblog is het lastig.

Dat ze onze leefomgeving op z’n kop hebben gezet, door de hele straat te veranderen in een zandwoestijn met kuilen en een smal éénrichting-weggetje om eruit te komen, is dan wel iets dat niet zo vaak voorkomt, maar dat  zal toch zijn ter verbetering van een en ander en dat is voor jaren klaar op ’n zeker moment. Daar héb ik al over geschreven dus dat is ook klaar.

En wat nu? Ik zal maar gaan strijken. Hoeveel keer ik dát al heb gedaan heb ik niet bijgehouden. Dus een weblogdip? Ja, verdorie zeg, daar begint ’t wel op te lijken…..


Er wordt gewerkt…..

Er rijden voertuigen van mega-afmetingen door onze straat. Die wordt namelijk “heringericht”. Een deel ervan wordt versmald en het aanwezige “groen” wordt verplaatst en aangepast. Waaraan? Aan de nodige parkeerruimte bij het winkelcentrum. We hebben het toekomstige beeld op papier in de brievenbus gekregen van de gemeente. En het ziet er niet  gek uit. Vind ik dan. Want uiteraard zijn er inspraakprocedures geweest waar bezwaren zijn gemaakt, maar men is er kennelijk uitgekomen, want vandaag was het zover.

Men begon met het asfalt van het wegdek te schrapen met een zeer lawaaiig apparaat, dat het schraapsel via een lopende band op een vrachtwagen deponeert, waarna een soort veeg-mastodont er achteraan rijdt om de losse rommel op te ruimen. Het zijn grote herriemakers, die op grote schaal herfstvakantie hebbende jongetjes aantrekt. Dat is nog es Bob de Bouwer in het groot, zeg! Ze vinden het prachtig. Het lawaaischoppen begon vanmorgen om zeven uur. Dat is vroeg. Vinden wij dus, al die Bob-figuren niet. Die houden er ook om een uur of vier weer mee op. Mooi geweest voor vandaag. Vinden wij ook weer vroeg, maar zij niet. Morgen is er weer een dag. Rust in de tent.

Het is wel een rommeltje voor onze deur, want die mannekes van die gatgraverij vanwege de nieuwe gas-en elektriciteitsleidingen zijn er ook nog. Maar die gooien alleen het voetgangersverkeer overhoop doordat ze de trottoirs openbreken. Voor het overige verkeer is er ’n éénrichtingsverkeer ingesteld. Daar vergiste men zich nogal eens in vanmorgen, waardoor er moeilijk, moeilijk moest worden gekeerd en zoveel ruimte is er nu niet met al die grote voertuigen. En het waren wel opvallend veel vrouwen. Daar wordt in dit huis dan schamper om gelachen ( niet door mij, want ik voel met ze mee) en geroepen “Kijk dan mens, er staat een inrijverbod!”. We zitten hier namelijk eerste rang om die capriolen te bekijken en ja, dat is natuurlijk wel leuk.

Het hele gedoe duurt vier weken. Levendig is het wel in ieder geval. Ook lastig natuurlijk. Maar als gepensioneerden zie je mensen graag wérken…..dat is een grapje natuurlijk…..


Boter en suiker……

De mensheid wil beduveld worden en de Apeldoornse mensheid is daarop geen uitzondering. In onze Americahal werd zondag een “Taarten-en Trends”- show gehouden. Een en ander werd culinair  gepresenteerd door Rudolf van Veen, die een ‘topkok’ heet te zijn. Ik heb zijn naam wel eens gehoord, maar de televisieprogramma’s waarin hij optreedt nooit gezien. Toen ik ‘m zag in de krant kwam zijn hoofd me wel bekend voor, maar dat is het wel.

Op die taartendemonstratie waren nog best veel mensen afgekomen, want zoetigheid doet het nog best in deze zure tijden. Denk maar eens aan die afzichtelijke cupcakejes, die je tegenwoordig overal ziet. Dat is dus een van de Trends. Onze dochter liet die dingen járen geleden als versierbezigheid op kinderpartijtjes, als er ’n kind jarig was, al vervaardigen door de kleine gasten, dus zo nieuw is het niet. Maar toen waren het nog gewoon cakejes en geen Trend.

Tijdens het programma werd Rudolf, de ruim aanwezige pers én het publiek “overvallen” door de komst van de altijd zo vloekende en tierende Britse topkok Gordon Ramsay. Rudolf liet zich vanaf het begin niet inpakken, want die had snel door dat het een lookalike was. Hij bleef dan ook gewoon Hollands tegen ‘m praten, ook toen Gordon na een poosje vroeg of het ook in het Engels kon, maar toen was het Hollands al opmerkelijk goed verstaan door de Engelse gast .

Maar de aanwezige pers (ja die óók! Of ze moeten in het complot hebben gezeten, er waren ineens  wel heel veel camera’s zag ik in het videofilmpje) en het  publiek stonken er in eerste instantie vierkant in met boter en suiker. En dat is altijd lekker op een Taartendag natuurlijk. Mensen wilden een handtekening van de beroemdheid, die in de conversatie met Rudolf voor de vorm ’n paar keer “fucking” had geroepen, want ja, hij was daar tenslotte beroemd mee geworden. Ze wilden met ‘m op de foto en voor die bezoekers moet het toch wel jammer zijn, als blijkt dat het hem niet echt was.

Ze hadden het kunnen vermoeden toen Ramsay begon over ‘dat programma van Carlo Boszhard’ , de man die iedereen perfect kan nadoen (ik heb hem wel es gezien in DWDD) en in wiens programma Rudolf van Veen ook een rol gehad schijnt te hebben. Als het zondag Boszhard wás is dat een knap staaltje grimeurswerk. Hele volksstammen in de luren leggen is óók vakwerk…….


Vak- en ander werk…..

 

Weet je wat ik eigenlijk het allerleukste vind van een maandagkrant? De sportfoto’s. Daar zijn natuurlijk ook wel eens plaatjes bij, die minder fraai zijn, maar dat ligt dan niet aan de fotograaf. Die legt vast wat er gebeurt. Nee, de mooiste foto’s komen wat mij betreft uit het gedeelte van de krant met de sportclubs gewoon uit de buurt. En dat hoeft dan geen voetbal te zijn, ook mooi, maar er gebeurt natuurlijk wel meer. Ik vind het leuk om de actie te zien van al die mensen, die plezier hebben in hun sport en die de sportfotograaf dan precies op het juiste moment  ‘pakt’ met z’n foto. Knap werk vind ik dat. De Stentor drukt ze dan ook lekker groot af, met de namen erbij.

Verder vind ik na ’n weekend met branden, ongelukken, schietpartijen, dood gevonden mensen, inbraken en overvallen de krant iets om snel door te bladeren. Op andere dagen soms ook wel, maar ja, wil je een beetje op de hoogte blijven dan moet je het nieuws wel volgen natuurlijk. Er is niet veel meer aan.

Maar we hebben wel een leuke andere auto en ik heb ook heel voordelig nieuwe kussens op de hoekbank bij de eettafel en dat staat heel leuk. En straks ga ik bloemen halen, want ik heb de ouwe net weggegooid. In de groene bak ja, want zo ben ik dan wel weer…..


Juf of meester…..?

“Hier onderwijst men de jeugd!” werd vroeger bij ons thuis geroepen als iemand iets stoms of minder geschikts voor aanwezige jeugdige oortjes zei.  Waar die uitdrukking vandaan komt weet ik eigenlijk niet. Het zal wel ergens op een school gestaan hebben of zo. Maar de plekken waar men nú de jeugd onderwijst beginnen steeds meer ’n ‘probleem’ te krijgen, omdat met name de basisscholen eigenlijk te veel juffen voor de klas hebben. Sommige scholen zelfs alléén maar vrouwelijke leerkrachten. Ze hebben het dan over ‘verjuffing’ van de scholen.

Vroeger was dat best gestructureerd. De eerste, tweede en derde klas had je een juf en vanaf de vierde een meester. En het hoofd was sowieso een man, helemaal als het een christelijke school betrof.  Zo ging het op de meeste scholen. De voornaam van je leerkracht was je als kind al helemáál niet bekend. De klassen waren groot. Dat je met z’n achtenveertigen in één klas zat was geen uitzondering.

De juffen waren ook allemaal juffrouwen, want als ze trouwden werden ze ontslagen, zoals trouwens ook in andere beroepen gebruikelijk. Nou, de juffen hadden dus meestal de klassen met de jongere kinderen, terwijl de meesters de oudere koters onder hun hoede hadden. Kennelijk vond men dat, zodra de staartdelingen en de breuken in zicht kwamen, die kennis beter door mannen kon worden overgebracht. Ha, ha, stáártdelingen! Kinderen weten niet eens meer wat dat zijn, vinden het alleen maar een gek woord. Maar ik vond ze leuk en duidelijk ook.

Met die juffen-en meestersdeling begon het in mijn tijd trouwens al anders te worden, hoor, maar op veel scholen was die vanzelfsprekendheid nog aanwezig. Maar jammer is het wel, dat nu minder jongens voelen voor het vak van onderwijzer. Ik las ergens, dat het ook komt door de Pabo-opleiding. Een mannelijke leerkracht vertelde, dat hij zich de Pedagogische Academie herinnerde als een ‘knip-en plakschool’. Dat hij, terwijl zijn vrienden op de Heao zich bezig hielden met het schrijven van beleidsplannen, blaadjes liep te zoeken in het bos voor een herfstcollage. Ook kleuterliedjes moeten zingen voor de klas vond ie niks.

Nou lijkt mij zo’n herinnering wel wat overdreven, ze zullen echt ook nog wel wat anders hebben gedaan, maar in dat kader herinner ik me de kweekschooltijd van mijn broer die, terwijl hij uitstekend gitaar kon spelen toch blokfluit moest leren spelen. Dat oefende hij als huiswerk dan thuis boven op z’n kamer, met onze hond jankend onder aan de trap, want die kon er helemaal niet tegen!

Alles is veranderd, de tijden, de kinderen, de eisen die gesteld worden aan de onderwijskrachten. De meesters en de juffen hebben een moeilijke en verantwoordelijke taak om het gemêleerde jeugdige volk, dat ook niet meer zo volgzaam in elkaar zit als in oma’s tijd, het nodige bij te brengen op een manier die hout snijdt.

En wat die ‘afwezige’ meesters betreft: een oma vroeg eens aan haar kleinkind of hij na de grote vakantie een nieuwe meester of een nieuwe juf kreeg. “Een juf”, zei het kind “op onze school zijn haast geen meesters, want die moeten werken.” Leerkracht op een basisschool is dus eigenlijk gewoon een vrijwilligersbaantje……..