De Slegte is een goeie……

boekwerken.....

We krijgen een vestiging van boekhandel De Slegte hier in Apeldoorn en dat vind ik een leuk idee. Als we wel eens in Utrecht zijn of in Arnhem, waar er een is, dan kán ik er niet aan voorbij. Ik moet altijd even naar binnen. Dat is voor mijn braillelezende echtgenoot niet zo gezellig, maar hij gunt me mijn uurtje( want dat wordt het al gauw!) snuffelen bij De Slegte wel.

Ik heb er al heel wat boeken vandaan. En dan niet direct literatuur of zo, maar van die boeken, die elders hartstikke duur zouden zijn, door het prachtige fotomateriaal dat er in staat. Van die heerlijke “kijk”-boeken. Zo heb ik tuinboeken, interieurboeken, kookboeken, reisboeken, kunstboeken, muziekboeken, knutselboeken, quilt-en patchworkboeken, boeken over allerlei handwerktechnieken en bijvoorbeeld over Oud-Amsterdam. Kortom over onderwerpen, die hoewel de boeken qua uitgave wel gedateerd zijn, zelf niet aan veroudering onderhevig zijn of bijna niet.

Tenslotte blijft Oud-Amsterdam gewoon Oud-Amsterdam, wordt er aan tuinplanten wel es een nieuwe variant toegevoegd omdat kwekers dat nou eenmaal leuk vinden, maar moet je verstand van Romeinse cijfers hebben en echt goed kijken voorin om het jaar van uitgave als “lang geleden” te ervaren. Ik vind het mooi, dat De Slegte naar Apeldoorn komt.

Bovendien komt de winkel in een deel van de binnenstad, dat als erg rustig te boek (!) staat, omdat het niet “in de loop” ligt. Het noordelijke deel van de Hoofdstraat, grenzend aan het Caterplein, het uitgaansgebied waar het alleen in de weekends druk is vanwege de stappende jongelui. En, zo stond er in de krant als reden om het reeds jaren leegstaand en slecht te verhuren pand aan De Slegte te gunnen: ze hopen, dat de jongeren, die er ’s nachts langs lopen, de volgende dag als ze weer nuchter zijn, terugkomen om een boek te kopen. Afdeling culturele jeugdzorg van een projectontwikkelaar, ha, ha! Dat vond ik een rare overweging en daar moest ik wel erg om lachen, maar ja, ik lees ook teveel “kijk”-boeken, daar komt het van……….


Bromfiets…..

snelheidsmonster.....

Hé, ik las dat de Solex weer terugkomt! Ik had er een, toen ik een jaar of twintig was. Daar tufte ik mee van Bussum, waar ik woonde, naar Hilversum, waar ik werkte. En terug. Mijn oom, die bij de producent Van der Heem n.v. werkte, kon zijn nicht voordelig aan gemotoriseerd vervoer helpen en daar was ik heel blij mee toen.

Het was een leuk ding, hij ging niet zo hard, dat je je er op moest kleden, een helm was niet nodig en so wie so geen mode voor meisjes in mantelpakjes. En het was best stoer. Niet het soort stoer, dat je tegenwoordig als twintiger nodig hebt, maar toch.

Ik moest er wel mee langs de nog niet zo snelle snelweg, want de hei mocht je gemotoriseerd niet over, hoewel dat veel korter was. Dat was op een gegeven moment ook wel de reden, dat ik hem weer heb weggedaan, want ik miste mijn mooie ritje op de fiets. En ook, omdat ik een keer een enorme optater heb gehad van de bougie. Stommigheid natuurlijk, ik had er gewoon geen verstand van, maar nadien was ik een beetje bunzig voor dat enge motorblok.

De moderne Solex, die over een poosje dus terugkomt, mag om juridische redenen niet meer zo heten. Het wordt nu “Black ’n Roll”. Of dat “bekt” vraag ik me af, ik vind het erg verzonnen klinken. Hij rijdt ook te hard: wel 35 kilometer en dat is te hard voor het fietspad en weer te langzaam voor de rijweg. Daar zouden ze dus ook nog wat voor moeten verzinnen en ook over wel of niet een helm.

En ach, de tijden zijn toch ook veranderd. Je moet wel nostalgische verlangens hebben om er een aan te schaffen. Zó mooi was ie nou ook weer niet. Je moet hem gekend hebben…..als Solex……


Prietpraat-2 …..

braille...je krijgt er 'n punthoofd van....

Onze oudste kleinzoon is net de deur uit met onder zijn arm de radiogids van de vorige week, die opa dus toch niet meer nodig heeft. De radiogids in braille. Hij interesseert zich, nu hij zelf lezen kan, enorm voor de manier waarop zijn opa leest: met z’n vingers.

Dan zit Stijn met z’n ogen dicht te voelen over de braillepuntjes. Over het mankement van zijn opa maakt hij zich niet druk, dat is nou eenmaal zo en dat maakt hem alleen maar leuker. En hij heeft ook een naam voor het brailledrukwerk. Dat zijn “stippeltjes-voel-boeken”…….


Alarm…..

....

Er stond vandaag een artikel in de krant met de kop “Afscheid Mheenpark”. Ik dacht: “Wel driedubbelovergehaalde….. Het zal toch niet…..”. Ik schrok me dood. Ik heb wel eens geschreven over de plannen die de gemeente had met het park. Eerst wilden ze er dure huizen neerzetten. Nou, dat is na hevige protesten niet doorgegaan, maar ze hebben wel een plan doorgedrukt om het park rigoureus te gaan herinrichten. De wijk heeft daar ook inspraak in gehad. Dat ging via een ludiek spel, waar eigenlijk maar heel weinig mensen aan mee hebben kunnen doen en dat onder leiding stond van een ingehuurd bureau.

De titel van het krantenartikel stelt me niet gerust. Ons park gaat er gewoon aan. “Op de schop” staat er letterlijk. Op 21 mei is er een afscheidsfeest. Dat noem je toch niet voor niks zo, denk ik dan. En als je het “feest”programma ziet is het wel duidelijk hoe men de toekomst van het park ziet. Er komen muziekgroepen op een podium. Dat is op zich leuk. Ook een rapper Toprak en dat schijnt een beroemdheid te zijn.

Dan is er een wedstrijd “towerbuilding” en dat is kisten stapelen. Ze gaan hier 16-hoog flats afbreken dus dat zal wel een alternatiefje zijn dan. Verder is er een half-pipe voor fietsen, spacebike heet dat. Nou, dat lijkt me wel lucratief voor de buurtfietsenmaker. Er komt een rodeo-stier, een draaimolen en een clown, een springkussen en stands voor schmink, make-up (dat is niet hetzelfde?) en tattoos. En dan nog kramen voor oliebollen, ijs, patat en suikerspinnen. En o ja, ook nog een voetbaltoernooi als voorbereiding op de de competitie van het wijkvoetbal. En dat allemaal op één dag dus. Ze hadden er wel een afscheidswéék van kunnen maken. Gras hoeft er niet over te blijven, want het park gaat toch op de schop!

Ik weet wel, de tijd staat niet stil, regeren is vooruitzien en wij zijn andersoortige gebruikers van zo’n park dan de rest van de wereld, maar voor ons is het over en uit. We wijken uit naar elders, natuurschoon genoeg hier in de buurt, maar ja, daar moet je weer milieu-onvriendelijk de auto voor gebruiken en dat is jammer. De moeders die dagelijks met de kinderen in het park zijn zullen ook ander vertier moeten verzinnen, want het park gaat op de schop.

Misschien ben ik in mijn eerste reactie wel heel negatief, hoor, maar ik vind het zó zonde! Ik kan wel janken. Ik ga nog snel deze maand wat mooie foto’s maken van hoe het was, want zo wordt het nooit meer. Zeker niet in mijn lifetime en dat is een raar idee. Misschien zie ik nog wat konijntjes. Nou ja, ik heb mijn tuintje nog. Gevoel voor drama heb ik wel, hè…….?


Leider…..

toppertje...!

Wat vind ik die Wouter Kurpershoek, die president Bush interviewde voor het Journaal, een goeie, zeg! Behalve dat zijn Engels mooier is dan dat van George, prikte hij ook door al diens voorgeprogrammeerde prietpraat heen en was totaal niet onder de indruk van “de machtigste man ter wereld”, die diverse malen zei: “That’s what leaders do”, als verklaring voor zijn beleid. Het állermooiste vond ik, dat Wóuter het gesprek beëindigde en niet andersom. Hij mag blijven.

En Bush gaat gelukkig na dit weekend weer weg en daar zullen ze in Zuid-Limburg niet rouwig om zijn. Hij ontwricht de hele infrastructuur daar. Maar ja, dat doet hij elders wel vaker…….


Mijn bevrijding…….

kon weer wapperen.....

In navolging van wat onze minister-president gisteren zei tijdens de dodenherdenking ( en let wel, dit is eenmalig, want ik ben niet zo volgzaam waar het de mp betreft), n.l. dat we de geschiedenis levend moeten houden voor ons nageslacht wil ik wel eens vertellen hoe ik “de bevrijding” destijds heb beleefd. In Amsterdam, want daar woonde ik toen. Ik was acht jaar oud.

Dát ik dat was, was mooi, want ik had een jaar daarvoor tijdens een epidemie difterie gehad, waarvoor geen serum voorhanden bleek en mijn pa en ma hebben danig in de rats gezeten of Elsje het wel halen zou. Ik kan me die ziekenhuisopname nog goed herinneren. Ons “ziekenhuis” was een school in de Karel du Jardinstraat en er zijn toen heel wat kindertjes gestorven. Ik heb er zes weken gelegen. Onkruid was ik en ben niet vergaan.

We woonden aan een plein in Oost toen de bevrijding kwam. Er was binnen de kortste keren een buurtfeestcommissie in het leven geroepen, het plein werd versierd, waar de mensen de spullen vandaan haalden was een raadsel, en er werd van alles georganiseerd. Het was feest. Mijn vader, die als hobby eigenlijk alleen maar klassiek viool speelde, was plotseling lid van een krontjong-orkestje en speelde op straat tot in de late avonduren.

Je ging alleen naar huis om wat te eten en dat waren toen droge scheepsbiscuits, waar je je tanden op brak, maar waar je wel lekker lang mee deed. Smaak zat er niet aan, maar het was wel voedzaam. Mijn vader had van die glimmende vierkante blikken onder zijn bureau staan en daar zaten ze in.

Hij was streng, want je mocht er niet teveel van. We hadden behoorlijk honger gehad en hij vond, dat we gedoseerd onze maag moesten vullen. Zoals hij ook altijd restjes schoolbordkrijt mee naar huis nam van de school waar hij les gaf, om boven het “warm eten”, wat dat dan ook mocht zijn, fijn te wrijven, zodat we kalk binnenkregen. Ik heb mijn hele leven nog nooit wat gebroken (afkloppen!) dus het heeft voor mijn botjes in ieder geval wel geholpen.

Bij al de feestvreugde over onze bevrijding was er bij onze benedenburen een heleboel verdriet. Ze kregen juist in die eerste bevrijdingsdagen te horen, dat hun oudste zoon Jan, die in ’43 was opgepakt en naar Duitsland gestuurd, bij de Arbeitseinsatz in een wapenfabriek om het leven gekomen was. Ik herinner me het met grote uithalen huilen van de buurvrouw.

Na een paar maanden bleek evenwel, dat hij daar getrouwd was met een Duits meisje, dat mét hun beider kind op een dag op de stoep stond. Natuurlijk werd er zo vlak na de oorlog vreemd aangekeken tegen die situatie. Alles wat Duits was, was slecht. Onze buren openden echter hun deur, hun armen en hun hart en als je ’t over
integratie hebt, dan was Lottie een turbo-geval. Het wás ook een schatje en met Janneke, haar dochtertje, hebben we als kinderen heel veel gespeeld. Onze buren hebben veel steun aan hun schoondochter gehad en waren dol op hun kleinkind.

Het waren rare dagen, zo vlak na de bevrijding en na het wegebben van de euforie. Er was eigenlijk nog niks te krijgen, hoewel dat steeds beter werd langzamerhand. Ik herinner me de chocola, de pindakaas en de eerste banaan. En de muziek! Mijn moeder was voor de oorlog nogal gek op Zarah Leander en Marika Rökk, van die zwoele Duitse zangeressen. Ze had daar ook muziekboeken van. Die verdwenen onder in de kast, want dat kon niet meer. We hoorden via de draadomroep veel Engelse, Amerikaanse en ook Nederlandse liedjes en ik vond dat wel gezellig als kind. Mijn vader luisterde op de zondagmiddag weer naar concerten.

Als kinderen moesten we weer wennen aan het gareel, nadat we een schoolleven hadden gehad van dan weer wel en dan weer niet naar school. We hadden dan hier, dan daar of geen les en dat was wel aardig eigenlijk. De Duitsers hadden in onze school gezeten en hadden die niet netjes achtergelaten, zullen we maar zeggen. Maar wij moesten weer netjes naar school, want we waren immers vrij……..!


Afdeling prietpraat……

Onze kleinzoon van drie zat met z’n ouders in een van Apeldoorns mooie nieuwe stadsbussen, die de instap zo breed en comfortabel laag hebben, dat het voor mensen met rijdend materieel heel makkelijk is om binnen te komen. Hij vond het mooi, dat “grotemensenkinderwagens” oftewel rolstoelen nu ook met de bus meekonden……..


De wegen van de eend zijn ondoorgrondelijk……

dit is hun thuisbasis, het Mheenpark.....

Ons winkelcentrum ligt tegenover een mooi park en zoals in elk park zijn daar eendjes. Daar zijn zelfs liederen over geschreven: “Alle eendjes zwemmen in het water, falderalderiere enz.”. Dat laatste had er noodzakelijkerwijs niet bij gehoeven, maar het gaat er om, dat iedereen goed weet, dat eendjes bij of in het water horen.

Maar dat is niet aan alle eenden besteed. Apeldoornse eenden gaan winkelen. Ze steken met hele families de drukke weg over. Die is extra druk, omdat overal wegwerkzaamheden zijn met omleidingen en zo, maar tot nu toe halen ze met z’n allen ongeschonden de overkant. Vader eend is er niet altijd bij. Die laat moe en de kinderen alleen de boodschappen doen. Maar dat doen mannen wel vaker.

Het is een leuk gezicht, hoor, die kleine bruine en gele bolletjes die achter hun moeder aanscharrelen. De buurtkinderen, die in deze vakantietijd ook achter hun moeder aan moeten scharrelen, vinden het prachtig. Je moet wel uitkijken waar je loopt, helemaal als je met een fiets of een winkelwagentje bent.

Wat ik alleen niet begrijp: waarom doet zo’n eend dat? Er is in het winkelcentrum geen water en er is niets te halen voor ze. Ik heb tenminste nog niemand z’n versgekochte bruine bolletjes zien offeren. Pas als mensen het niet meer kunnen gebruiken dan krijgen ze het oudgeworden brood. Zo werkt het. En wat leren de kleintjes nou van zo’n levensgevaarlijk uitstapje?

Ze moeten toch ook weer dat hele end terug naar het park, want dáár zijn de oma’s met kleinkinderen die ze komen voeren. Dát zou ma eend ze moeten leren. Aan verkeersles hebben ze niks. Toch is het schattig om te zien, hoor, dat kleine grut, echt lente, maar ze hebben wel een uilskuiken als moeder………


Enquête……

vouwen of proppen...?

In de krant stond, dat Edet een onderzoek heeft laten doen naar het gebruik van toiletpapier. Ze wilden weten wat we er precies mee deden: proppen of vouwen. Ik zou toch gek opkijken, hoor, als iemand mij zou interviewen over zo’n persoonlijk onderwerp.

Ik beschouw het knipje op de deur, dat je afsluit van de rest van de wereld, als erg prettig. Even: ik ben er niet.

Ik denk, ik lees of ik “log” in het wc-schrift. Dat kan dan ook rustig twintig minuten of langer duren. Soms komt iemand vragen of ik nog leef. Dat is puur uit bezorgdheid, want we hebben boven nog een toilet. Ik zit niemand in de weg.

Maar of ik dan vouw of prop, dat gaat geen mens wat aan. Ze zorgen van Edet maar dat je er niet doorheen prikt en dat hadden ze helemaal zelf kunnen bedenken……..