
…..in die kerk aan het eind van dit beeldige straatje waren we dus…..
Maar eigenlijk, we waren blij met de rondleiding natuurlijk, kwamen we voor het prachtige nog aanwezige orgel. Als je iemand hebt als begeleider van je club, die toevallig buurman is van de organist van o.a. de Bergkerk, dan bof je uiteraard.
Hans van Dijk heet die organist, die van alles weet over het orgel, hoe het instrument in elkaar zit, hoe oud het is, gebouwd tussen 1841 en 1843 door een Deventenaar nota bene, Johann Heinrich Holtgräve, die zijn voorvaderlijke roots waarschijnlijk wel over de grens heeft liggen. (Die voorvader kan natuurlijk best op een Hanzeschip zijn meegelift en zo in Deventer terecht zijn gekomen!)
Hans van Dijk vertelde ook over de muziek die hij in zijn concertje voor ons ging spelen. Sweelinck, Buxtehude, Haydn, een Franse componist van wie ik de naam even kwijt ben omdat ik geen kerkorganist ben en ook niet RK, maar zijn ‘Prière á Notre Dame’ klonk schitterend! En Herman Strategier van wie Van Dijk nog les had gehad. Muziek uit periodes waar steeds zo’n honderd jaar tussen zit.
En wat een órgel, zeg! We zijn het zeer smalle trappetje, alleen geschikt voor slanke artiesten die, zoals wij ook moesten, er om moeten denken dat ze hun kop niet stoten tegen een balk uit de 12e eeuw, opgeklommen naar het orgel en hebben de klavieren en pedalen in actie kunnen zien en horen. De organist is een gepassioneerd musicus, die ook zo over zijn vak praat. Zó leuk! We hebben genoten.
En we moeten beslist terug naar Deventer, liefst met mooi weer, hoewel het Dickens Festival in December in de sneeuw ook wel iets zou zijn…..

…..1728 orgelpijpen zitten er in weten we nu…..!