’n Intern en extern geheugen…..

Zo, de laatste dag van het jaar zit er bijna op. En moeten we nou zo’n heel jaar gaan zitten overdenken? De opvallendste gebeurtenissen onthou je sowieso wel, maar de krant en de tv ook maken er lijsten van. Ook welke celebreties er allemaal dood zijn gegaan. Alles wordt op een rijtje gezet, want dat moet kennelijk. Daarna kan het netjes het archief in. En daar weer na: namen, plaatsen en gebeurtenissen zoeken we op. Google is er goed voor. Je hóeft helemaal niks zelf te onthouden.

Ik ben best blij met Google, hoor, want ik heb tegenwoordig nog al eens, dat ik iets of iemand precies kan omschrijven, maar nét de naam van dat iets of die iemand even kwijt ben. Niet echt vaak, maar soms gebeurt dat. Dat schijnt heel gewoon te zijn als je zo oud bent als ik, maar het is lastig en ik word er kriebelig van. Je moet verdorie alles toch gewoon kunnen opduikelen uit je geheugen, wat krijgen we nou, zeg!

.....verhip, hoe heette die man nou ook alweer.....

…..verhip, hoe heette die man nou ook alweer…..?

Afspraken vergeet ik nooit en verjaardagen ook niet, maar er zijn laatjes in mijn hersenpan, die ’n beetje klemmen. En ’n beetje kaarsvet in de glijders helpt niet meer. (Dat doet me er trouwens aan denken, dat ik nog een ‘opschrijfkalender’ moet kopen!)

We hebben zitten bekijken wat de televisie biedt vanavond. Nou, dat wordt zappen waarschijnlijk, want we hebben een gemengd gezelschap hier. Maar trivianten of scrabbelen kan natuurlijk ook. De spullen voor de inwendige mens zijn aanwezig dus we zijn d’r klaar voor. Het ‘knalt’ hier al de hele dag en daar zijn zware knallen bij. Hopelijk zitten vanavond alle vingertjes nog waar ze horen.

Ik had nog iets leuks bij het pinnen bij de automaat gisteren. Er was een knul van een jaar of 20 voor mij. Die stak een pas in het apparaat en dat werkte niet. “Die stomme Brinks!”, riep hij heel hard,  “gvd ! ” (en dat dan voluit, hè!). Hij had nog een andere pas en die deed het wel. Toen draaide hij zich om en zei, terwijl hij wegliep : “Sorry voor het taalgebruik, mevrouw!” Dat was best netjes, hè? Zo aan het eind van dit heftige jaar…..

Ik wens iedereen die dit leest en ach, ook maar iedereen die dat om de een of andere reden niet doet, een gezellige oudejaarsavond, een veilige jaarwisseling en een vreedzaam 2015 in gezondheid. Als ik het goed begrepen heb gaat er per 1 januari veel veranderen in van alles. Waarmee en hoe dat allemaal uitpakt, dat lezen we wel weer in de krant of zien het op tv. Daar maken ze wel weer ’n lijstje van goed en kwaad…..


Restanten…..

Het is vandaag een soort kliekjesdag bij ons. We hebben nog van alles over van de fonduemaaltijd van tweede kerstdag. Omdat we dat meteen zorgvuldig hebben opgeborgen is het nog helemaal prima. Ook volgens de datum die er op staat. Dus we gaan op herhaling vandaag en dat is lekker makkelijk. Niks mis mee.

Als er vroeger bij mijn moeder thuis iets overbleef was het trouwens heel gewoon dat we dat de volgende dag consumeerden. Je gooide geen eten weg. Beslist ook een gevolg van de oorlog, hoor, en gelukkig hadden we ook toen al een bescheiden koelkast. Niet zo’n joekel als die wij nu hebben en van een vriezer was al helemaal geen sprake.

Als het niet zo veel was, dat er overbleef, zei mijn moeder altijd: “Dat is voor de vreemde voorbijganger.” Nou, en dat kon iedereen zijn. Daar werd de tafel niet voor gedekt. Dat was voor ’n tussendoortje  aan de keukentafel. En er was altijd belangstelling voor, herinner ik me.

Trouwens, hutspot of zoiets is de volgende dag hartstikke lekker op ’n boterham! En als alle smaakjes en kruiden van een gerecht er lekker doorheen getrokken zijn de dag erna, nou, heerlijk hoor! Zo vind ik het ook nooit zo erg als er iets van de Chinees overblijft. Dat is de volgende dag ook erg lekker. Er is niets mis met overblijfsels, áls je ze maar goed opslaat! En op tijd opeet natuurlijk.

We hadden heel gezellige kerstdagen, inclusief regen en natte sneeuw. Iedereen heeft iedereen weer gezien (tja, behalve die schoonzoon/zwager/oom dan!) en we hebben lekker gegeten met elkaar. En zo gaan we in besloten kring vandaag nog even verder met de overschotjes van al die culinaire gezelligheid…..!

.....de vreemde voorbijganger.....

…..de vreemde voorbijganger…..


Schoonmoeders…..

christmas-holly

 

Wat is dat toch met schoonmoeders? Ik hoorde in de auto, op Veronica of zo, in een programma  zo’n paar van die jonge presentatoren de mensen, die waarschijnlijk met de Kerst op bezoek ‘móesten’ bij hun schoonmoeder, hevig beklagen. Dat zou wel het vreselijkste zijn dat hen tijdens zulke dagen zou kunnen overkomen. Schoonmoedermoppen zijn bij die jongens trouwens ook zeer populair!

Ik ben er zelf een. ’n Schoonmoeder. En ik heb een schat van een schoonzoon, waar ik het uitstekend mee kan vinden. Mijn dochter gelukkig ook en dat scheelt een slok op ’n borrel natuurlijk. We zien elkaar regelmatig, mijn aangewaaide zoon en ik, maar ook weer niet al te vaak. En misschien is dat wel het geheim, ondanks dat we maar ’n paar kilometer van elkaar wonen. Als we elkaar dan zien is het altijd leuk.

We hebben wel aan elkaar moeten wennen natuurlijk destijds. Maar onze dochter was heel blij met ‘m, we hadden vertrouwen in haar smaak en oordeel, dus dat heeft niks met ónze familiegebonden relatie te maken. Met ’n nieuwe collega op je werk heb je dat ook wel es. Even de kat uit de boom kijken. Nou, die kat en in dit geval de kater was toen al snel veilig geland, hoor!

De Tweede Kerstdag komt onze oudste dochter bij ons met haar jongens, want hun man, vader en dus onze schoonzoon moet werken. Dat is best jammer, maar het is niet anders. Na deze schoonmoederlijke ontboezeming ga ik even het kersttafelkleed strijken. Daar zitten een paar rare vouwen in, na een jaar liggen in de kast. Dat moet wel even gladgestreken, net zoals ze dat maar eens in de verhouding met sommige schoonmoeders moeten doen, die schoonzonen en/of schoondochters. Moet oma wel meewerken natuurlijk.  Maar dan raken we dat ongunstige imago ook eens ’n beetje kwijt!

Ik wens iedereen een gezellig, veilig en vreedzaam samenzijn, deze Kerst. Dat hebben we wel nodig met z’n allen. De wensen voor het nieuwe jaar bewaar ik nog even. Alles op z’n tijd…..

.....ik kan d'r niks aan doen, maar dit vind ik dan wel weer erg geestig.....!

…..ik kan d’r niks aan doen, maar dit vind ik dan wel weer erg geestig…..!

 


Bejaardenleed…..

Het was druk bij de Readshop, waar ze ook een postagentschap hebben. Ik moest er even bij de interne pinautomaat zijn, een kaartje voor mijn Australische zus afgeven, want dat mocht niet tussen de nationale kerstpost en de speciale postzegel die er op ging, moest ik weer ergens anders in de winkel afrekenen. Geen wonder toch, dat iemand de weg kwijtraakt? Vooral als er zoveel volk in de weg staat. Met mij is namelijk alles okay, hoor!

Onderwijl wilde ik na het gebruik z’n pinpas weer aan mijn zoon teruggeven, die gelukkig even  met me  mee was omdat we nog wat meer boodschappen hadden te doen en ik zelf mijn portemonnee thuis had laten liggen.( Dus ook nog eens ’n vreemde pincode  te onthouden, krijg je al respect voor me?)  Maar die pas gaf ik dus bijna aan een wildvreemde jongen met ook een zwart jack aan. Die deed een stapje achteruit en toen zag ik mijn vergissing.

“Oh, ik dacht dat je mijn zoon was! Maar je lijkt geen steek op ‘m!” zei ik. Ik had wel de lachers op mijn hand en dat scheelt wel iéts. maar tjee zeg, wat voelde ik me opeens bejaard! Mijn zoon stond al buiten en grijnsde alleen maar : “Ach ja…..

.....de politie is je beste kameraad en ik heb m'n rijbewijs altijd bij me.....

….. ik heb m’n rijbewijs altijd bij me…..


Woordkeus…..

Gistermiddag waren we aanwezig bij de begrafenis van onze vorige week gestorven vriendin/collega. Dat was een trieste aangelegenheid. Dat is een begrafenis over het algemeen altijd uiteraard, maar waarom moest het nou zó koud zijn, zó regenen en zó waaien? De voorafgaande eucharistieviering was sfeervol in de Onze Lieve Vrouwekerk, die wij nog steeds Mariakerk noemen en die in het centrum van Apeldoorn is. Maar begraven werd ze bij de Theresiakerk. Dat is een kerk, die bij ons in de buurt is en waar het kleine kerkhof nog ‘ouderwets’ naast de parochiekerk ligt. Dat kom je in een stad niet vaak meer tegen. Het had gewoon mooi zonnig weer moeten zijn of in ieder geval droog en niet zulk ongelooflijk rotweer. Dat hadden onze vriendin en haar familie niet verdiend.

Toen we aankwamen regende het zo hard, dat iedereen een beetje beschutting zocht in een bijgebouwtje van de kerk, waar ladders stonden en gereedschap van de doodgravers. Daarvan liep er een rond, die het eigenlijk maar niks vond, dat we daar schuilden. Op een gegeven moment sommeerde hij iedereen naar buiten, want ( zo zei hij het, écht waar, letterlijk!) “het lijk komt er aan”. Niet: ‘de overledene”of ‘de rouwstoet’, nee : ‘ het lijk’. Zo praat een doodgraver dus over zijn werkverschaffer. Ik was al triest door de gebeurtenis en over het weer, maar deze uitspraak deed de deur dicht. Geen respect voor de doden, die man.

En hij had gelijk natuurlijk, want wat bén je nou helemaal als je eenmaal dood bent. Maar ik weet wel: als het weer zo slecht is als ik zover ben  ( en als het aan mij ligt kan dat nog wel eens behoorlijk lang duren, hoor!) dan zal niemand daar last van hebben. Ik krijg een warm afscheid, zonder dat er gegraven hoeft  te worden. Een comfortabel idee…..

.....zulk weer had het dus moeten zijn.....

…..zulk weer had het dus moeten zijn…..

 


Ervaring…..

Ons gedeelte van de wijk Zevenhuizen is gelukkig de gasstoringsdans ontsprongen. Maar het is natuurlijk wel lekker groot nieuws over Apeldoorn, want het is al de tweede keer dit jaar dat gas en water elkaar letterlijk in de weg zitten. De vorige keer zaten, dat was in mei met lekker weer, de mensen acht dagen zonder gas. Dat was toen lastig en dat is het nu natuurlijk nog meer, doordat de meeste mensen hun huis verwarmen met gas. Bén je even blij als je vloerverwarming hebt!

Kijk, te eten krijgen is niet zo’n probleem zolang je in het bezit bent van een magnetron en er pizza- en frietboeren bestaan.

.....best mooi spul, hè, gas.....?

…..best mooi spul, hè, gas…..?

Maar wat ik heel grappig vind is, dat de meeste mensen er niet zo’n probleem van maken. Er zijn elektrische kachels uitgedeeld en de daardoor hogere elektriciteitsrekening wordt gecompenseerd, dat is al bekend.

De kranten vinden het misschien wel jammer, dat ze geen “ramp” kunnen verslaan. Er wordt zo hier en daar al wel een ‘voorschotje’ genomen op het feit, dat er een verzorgingshuis in het rampgebied staat. En dat ‘waarschijnlijk’ of ‘misschien wel’ geëvacueerd zal moeten worden. Dat is dus helemaal niet zeker, want er wordt verschrikkelijk hard gewerkt aan de oplossing van de problemen en dat huis heeft sowieso prioriteit.

En het is niet de eerste keer, dat ze zo’n storing hebben, dat scheelt ook. Dágen werk misschien wel! Ervaring moet je ervaren…..


Natuurlijk, het leven gaat door, maar…..

Wat is dat toch vreemd: je weet dat iemand ernstig ziek is en zélfs dat ze niet meer beter kan worden en dan overvalt de boodschap van haar overlijden je toch als een donderslag bij heldere hemel. Die rotziekte, die zoveel mensen treft en die als je ’t zo opschrijft ook geen nadere omschrijving behoeft, is een vriendin/ex-collega van ons fataal geworden. Een vrouw, een moeder, een dijk van een oma, die vreselijk gemist gaat worden.

Drieënzeventig is ze en dat is tegenwoordig niet jong, maar ook niet oud. Maar ze was wel zó moe en haar lichaam was zo’n last aan het worden, dat je vrede kunt hebben met de omstandigheid. dat dát nu voorbij is. Het zal wennen zijn, dat een, tot het laatst toe, toch actieve vrouw, want zo zat ze in elkaar, dan toch is gestorven.

Mijn kloris was behoorlijk in de war, toen hij er van hoorde, want hij kwam er elke week om muziek te maken met de man die nu weduwnaar is geworden. Die heeft al zijn kinderen om zich heen, want het is een ‘warme’ club mensen. Dat komt wel goed, maar ach, ach…..

.....vergeet-me-nietjes voor Margo.....

…..vergeet-me-nietjes voor Margo…..


Jaarverslag…..

Zondag is een heel gezellige dag om jarig te zijn.  Dat heb ik gisteren weer eens uitgeprobeerd. En het was zo. Iedereen heeft iedereen weer eens gezien en ik ben erg verwend met leuke cadeaus ook nog. Zo echt van die dingen waar ze over hebben nagedacht, want hoe ouder je ouders worden, hoe moeilijker het wordt om iets voor ze te verzinnen. Dat besef ik heel goed.

Maar het is ze helemaal gelukt! Een hele mooie vaas kreeg ik, met ook nog een schitterende bos bloemen voor d’r in. Boeken over Engeland, waarvan eentje “Het Engeland van Jane Austen” heet, dat belooft romantiek! Beeldige kaarshoudertjes voor kerst, waarvan ik er een best leuk  het hele jaar kan laten staan. Van mijn lieve buurvrouw, die voor het handwerkbolwerk “Tesselschade-Arbeid Adelt” werkt kreeg ik een met borduurwerk versierd rood  gastenhanddoekje en ook nog handbeschilderde kaarsjes. En ook kreeg ik geld om eens even lekker los te gaan bij Intratuin om het kamerplantenbestand op peil te brengen. Het was allemaal even leuk.

Uit Australië en Friesland kwamen familietelefoontjes, dus het buitenland heb ik ook uitgebreid gesproken. Tot nu toe gaat het best goed met iedereen, ook als ze, net als ik, op leeftijd zijn. Daar is zo’n verjaarstelefoontje ook nuttig voor. Dat je dat weer even weet. Dus óp naar de tachtig, zullen we maar zeggen, hoewel ik nog niet precies weet hoe dat voelt. Zo nu en dan ’n beetje stram, dat weet ik eigenlijk al wel zeker…..

.....maar oud? De dúvel is oud.....!

…..maar oud? De dúvel is oud…..!


Foutje, bedankt…..

Van de week las ik in de krant dat er veel ‘doorgefokte’ hondenrassen zijn. Dat heeft tot gevolg, dat die beestjes behoorlijk slecht in elkaar zitten. Er zijn er bij, die na enige fysieke inspanning amechtig door hun pootjes zakken, terwijl ze daar qua leeftijd nog niet aan toe zouden moeten zijn. Oud worden ze dan ook niet, want ze hebben, ondanks de ongetwijfeld meer dan goede zorgen van hun baas wegens de prijs, die hij voor zijn rashond heeft betaald, geen kwaliteit van leven. “Maar,” zegt de sector hondenfokkers “met een jaar of tien hebben we het wel weer voor elkaar om goede dieren te leveren.”

Zou dat bij mensen ook kunnen, dat ze doorgefokt zijn? Of past bij mensen alleen de term “opgefokt”? Want daar lopen er tegenwoordig wel erg veel van rond, dat weet iedereen. En of je dat euvel binnen tien jaar hebt verholpen?

Wij hadden vroeger een zwarte labrador. Goochem heette die, want dat was hij. Of liever ‘zij’, want ze was een dame. Maar wij hebben altijd  ‘hij’ gezegd, omdat we ‘zij’ een beetje tuttig vonden, meer iets voor een schoothondje en niet voor een stoere zwarte hond. We haalden hem destijds uit het Apeldoornse asiel en het was meteen een vriendschap voor het leven. Hij sprong achterin de auto, alsof ie dacht: “Hè, hè, daar zijn jullie eindelijk!” en wij hadden datzelfde gevoel. Hij was al zeven maanden en kende al allerlei kunstjes, die je een jongere hond nog had moeten leren. Dat was waarschijnlijk in het asiel gebeurd, waar men zich echt met de dieren die er zitten, bemoeit. En dan heet je natuurlijk niet voor niks Goochem.

Dát hij er zat kwam doordat hij voor de fokker onverkoopbaar was, werd ons verteld. Hij had aanleg voor een heupdysplasie, die hij later inderdaad  heeft ontwikkeld, en er was een oor verkeerd, dat niet volgens de rasregels aan zijn ongelooflijk lieve koppie zat. Maar zijn staart had hij nog. In die jaren werd er nog gecoupeerd. Daar heb ik nooit iets van begrepen, waarom dat moest. Mode? Raar. Voor ons was die staart “de lolmeter” !

Het was een uniek beest. Bij de piano in onze huiskamer hangt een mooie foto van ‘m. Van Tommie, onze kat, trouwens ook. Ze konden het uitstekend met elkaar vinden en leefden vreedzaam als kat en hond. Goochem was verkooptechnisch dus geen perfecte hond, maar wat hébben we een plezier met  hem gehad! Vijftien is hij geworden en dat was best oud voor een labrador. Hij was geen geleidehond, maar mijn kloris kon hem uitlaten zoals iedereen. Goochem bracht hem gewoon weer thuis, waar natuurlijk wel een gevulde voerbak voor ‘m klaar stond. Dan zijn veel honden goochem. Zijn baas kreeg koffie.

En dat gekke oor was alleen maar leuk. Kon je ook binnenstebuiten doen. Dan schudde hij even met z’n kop en zat het weer goed. En dan kon ie je zo aankijken van: “Zo, was dát even leuk? Graag gedaan, hoor!” Ach ja, Goochem…..

Maar mensen met rare oren, omdat ze niet luisteren? Onverkoopbaar zijn ze…..!

.....toen de heup nog goed zat kon ie rennen, hoor.....!

…..toen de heup nog goed zat kon ie rennen, hoor…..!