De belang van de lidwoord……

Op Radio 1 hoorde ik net een discussie tussen een paar journalisten, van wie er één taaldeskundige was. Hoewel volgens mij elke journalist dat zou moeten zijn, maar dat terzijde. Ze hadden het erover, dat het lidwoord ‘het’ aan het verdwijnen is uit onze taal. Dat mensen het rustig over ‘de’ meisje hebben in plaats van over ‘het’ meisje. Is dat erg, dat verschijnsel? Jan Kuitenbrouwer, de taaldeskundige, vond van niet. Omdat taal nou eenmaal leeft, zei hij.

Het kwam onder andere door de allochtonen. Met name de rappers doen maar wat. Hé, misschien weer eens ’n punt voor de PVV, als ze niks te doen hebben. De verloedering van onze taal door de buitenlanders. Met name Wilders heeft daar veel verstand van. Ik begrijp dat, als je het Nederlands niet van huis uit hebt meegekregen, het ook wel lastig is. De ene keer ‘de’ en dan weer ‘het’ en als iets ‘het’ is in het enkelvoud, moet ’t in het in het meervoud weer ‘de ‘ zijn. Ga d’r maar aan staan.

Dan hebben ze dat in het Engels toch makkelijker geregeld. ‘The’ voor alles. Zo heb ik het ook altijd briljant gevonden, dat ze ‘you’ gebruiken. Niks geen gehannes met ‘u ‘ of ‘jij’ zeggen tegen iemand. Gewoon ‘you’. Je respect toon je dan anders. Of niet, dat kan ook.

Maar dat ons ‘het’ zomaar zou moeten verdwijnen op min of meer natuurlijke wijze, dat vind ik toch niks. Ondanks dat ik best voor ‘levende’ taal ben, hoor, maar het zou toch een taalkundige slordigheid in de hand werken als je niet meer op de lidwoorden zou letten. Ja, de Fransen hebben het nog weer anders ‘le’, ‘la’, l’ en dan voor het meervoud nog ‘les’, maar die doen wel vaker moeilijk. Om het over de Duitsers maar niet te hebben trouwens.

In de dialecten hier rommelen ze ook wel, hoor, met de lidwoorden. Maar dan blijft het tenminste nog ’n beetje lokaal. Zo herinner ik me, dat er in Vaassen tegenover kasteel De Cannenburgh een huis stond, waarop een naambord was aangebracht met “Op het hoek van de bos”. En er woonden onvervalste autochtonen in dat huis. Dat is al tientallen jaren geleden dus het is niet eens van de laatste tijd dat gedoe met de lidwoorden…….


Que sera, sera…….

‘k Las, dat Doris Day van filmjournalisten een prijs had gekregen voor haar hele oeuvre, zoals dat heet. Bovendien is een nieuw album van haar binnengekomen in de Engelse top tien! Toen ik op de MMS zat, de middelbare meisjesschool, die niet meer bestaat trouwens, was Doris Day ons idool. We hadden schriften vol met haar songteksten, we zagen álle films die ze maakte en we lieten bij de kapper ons haar knippen in het model zoals zij het had. Als ik nu foto’s van haar zie van vroeger, dan was het allemaal wel erg zoet, lief en braaf. Veel roze, zal ik maar zeggen. Maar ze was leuk en haar liedjes ook. Kon geen enkele ouder bezwaar tegen hebben. En ze speelde in die films natuurlijk ook wel met verhipt knappe jongens. Zo had je ze niet bij jou om de hoek.

Nu dan dat nieuwe album. Weet je dat ik het eigenlijk gek vind dat zoiets een album heet? Uit mijn fotoalbum komt nooit muziek. Dat is dan ook gewoon een boek. Enfin, er is dus een nieuwe cd uitgekomen van Doris Day, die inmiddels 87 is. En dan ook nog in een top 10 terecht komen is niet onaardig, natuurlijk! Er wonen vast heel veel grijze meisjes in Engeland.

Ik ben trouwens geen foto’s tegengekomen, waarop ze als ’n oud vrouwtje te zien is. Dat spijt me trouwens niks. Zo blijft een stralende, romantische en nostalgische herinnering in stand. Dat zouden ze met meer artiesten moeten doen eigenlijk. Voor alles is een tijd……..


Woordenwisseling…….

Een spelletjesmens ben ik wel. Dus hou ik ook van Scrabble. We speelden het eigenlijk niet zo vaak meer. Het kwam er even niet van, dat heb je wel es. Als alternatief heb ik nu Wordfeud op mijn telefoon. Jammer is dat mijn Kloris er niet aan mee kan doen. Hij is behalve gewoon blind nu ook woordblind. Hij kan veel met z’n iPhone, maar dit spelletje is niet mogelijk. Hij denkt wel es mee, maar ik kan niet tegen ‘m spelen. Nou ja, dan bied ik ‘m wel tegenstand op een andere manier.

Ik vond telefoonspelletjes eigenlijk niks, maar dit is anders natuurlijk. Alleen vind ik dat het spel wel raar omspringt met sommige woorden. Het keurt soms woorden goed waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden. En ook Engelse woorden, terwijl je in het Nederlands speelt. Bij Scrabble mag dat niet.

Met name mijn oudste zoon ‘probeert’ wel eens wat en dat wordt dan goedgekeurd. Een woord dat nergens op lijkt. En dat levert meestal ook nog een schandalig aantal punten op! Dat vind ik frustrerend, hoor. Want ik kan dat niet. Het woord moet bij mij gewoon bestaan.

Maar ik vind het leuk om te doen. Mijn dochters frustreren me ook, want die zijn veel te goed. Wat me ook weerhoudt van winnen is, dat ik liever een ‘mooi’ woord leg dan dat ik iets leg dat veel punten oplevert. Een heel verkeerd systeem. Zo win je natuurlijk nooit. Dat weet ik, maar ik kan d’r niks aan doen.

Nou, doei, mijn zoon heeft me net weer uitgenodigd. Kijken wat voor woorden hij nú weer toevoegt aan de Nederlandse taal…….


Kraanvogel……

Er wonen toch echt creatieve criminele types hier. ’n Beetje dom, dat wel, maar toch: je moet er maar opkomen! De politie kwam gisteren namelijk een Apeldoornse man op het spoor, die bij een recyclingbedrijf probeerde ruim veertig gejatte buitenkranen te verkopen. Door zijn actie waren er nogal wat waterballetten onstaan zo hier en daar. Wel in de Rivierenwijk, dus daar kijken ze d’r misschien wat minder raar tegenaan.

Je zou zoiets nou met recht ‘dweilen met de kraan open’ kunnen noemen. Het lijkt de financiële ravage in Europa wel……..


Verkwisting…….

Verspilling in de zorg. Daar lazen we vandaag een artikel over. Mensen, die vertelden dat na ’n overlijden praktisch nieuwe hulpmiddelen gewoon in de vuilnisbak verdwijnen of in een opslag waar ze niet meer uitkomen. In het gunstigste geval gaat het spul naar een land waar ze niks hebben op zorggebied. Maar omdat het transport te duur is, komt dat er vaak niet van. Bovendien vervoert men naar bijvoorbeeld Afrika liever gebruikte auto’s.

Maar ik las over een mevrouw, die naar een verpleeghuis ging, na eerst thuis verzorgd te zijn geweest. Haar schoondochter pakte alle dichte verpakte spullen, die niet aan bederf onderhevig zijn, zoals verbandmiddelen, incontinentiemateriaal, nieuwe flessen ontsmettingsmateriaal enzovoort bij elkaar om mee te gaan naar het nieuwe adres. ’n Dag voor de verhuizing haalde ze bij de apotheek ook nog vier doosjes op met aan mevrouw voorgeschreven medicijnen, zodat die meteen konden worden gebruikt. Nou, alles werd vernietigd, want dat waren de regels van het huis. Ze hadden hun eigen dokter en hun eigen apotheek. Van aangebroken spullen kan ik me er nog iets bij voorstellen, maar bij nieuw materiaal?

Met rollators en rolstoelen schijnt ’t soms nog gekker te gaan. ’n Mevrouw had een heel goede rolstoel, maar omdat het huis waar ze heen ging in een andere gemeente lag, moest ze deze inleveren en in die andere gemeente een nieuwe aanvragen. Wat natuurlijk niet meteen geregeld was. Haar ‘oude’ rolstoel waar dus niks mis mee was verdween in een opslagruimte.

Een meneer, die er verstand van had, zei dat de zorg niet zonder bureaucratie kan. Regels moeten d’r wezen. Ben ik ’t tot op zekere hoogte wel mee eens, hoor. Maar met een beetje communicatie en overleg zou er toch wel ’n heleboel te bezuinigen zijn, zeg. Een vrouw vroeg ’n kruk aan bij de verzekering. Ze had last van haar heup en zou met ’n kruk al geholpen zijn. Ze kreeg er twee. Waarom? Dat waren de regels. Kun je je voorbereiden op de dag dat je definitief instort. Krukkig geregeld, toch? En verspilling.

In de blinden-en slechtziendenwereld, ons wel bekend, staat er ook heel wat te verstoffen in kasten, hoor. En hebben revalidanten wel eens computercursussen gevolgd om een blindvriendelijk systeem te leren, terwijl ze na afloop een computeraanpassing kregen voor thuis of op het werk met een heel ander systeem, dat ze niet kenden. Kon niet anders, men zat dan aan een leverancier vast of zo. Konden ze weer overnieuw beginnen of thuiszitten zonder werk. Frustratie bij opleiders en bij de cliënt. En wat zoiets dan kost wil je niet weten. Misschien verbeterd nu, we zijn er al meer dan tien jaar uit, maar zo wordt gezondheidszorg dus duur. Door niet overleggen, niet communiceren, niet attent zijn. Omdat iedereen denkt dat wat hij doet ’t beste is.

Gisteren haalden we trouwens de jaarlijkse griepprik. Er stond weer ’n hele rij. Achter ons waren mensen aan ’t mopperen over de gezondheidszorg. Bejaarden dus, hè. De één vond, dat je aan de telefoon en in de apotheek teveel je hele doopceel moest lichten. Ze hebben waarschijnlijk liever de verkeerde medicijnen. En dan eindelijk kon je eens ’n keertje in het ziekenhuis een afspraak maken. De verpleegsters ‘jijen’ en ‘jouen’ tegen je en zijn kortaf omdat ze het druk hebben. Daar geloof ik niks van. Ze hébben het ook druk, veel werk met minder mensen, maar onbeleefd en respectloos, niet als je geen ongelooflijke zanik bent. Nou ja, het ging nog een hele tijd door zo en ik raakte steeds meer geprikkeld door dat gemopper. Je wel willen omdraaien naar die ouwe tuttebellen, terwijl je d’r nota bene zelf een bent, om te vragen wat ze hier eigenlijk doen, als het allemaal zo slecht is hier. Voor hun GRATIS prik! Als die hun 30 euro had gekost, waren ze d’r waarschijnlijk niet eens op af gekomen. Zulke mensen mogen ze van mij nou wegbezuinigen………


Gegarandeerd……

Onze op één na jongste kleinzoon vierde vandaag z’n negende verjaardag. Die had ie vrijdag, toen hij écht jarig was, al gevierd toen hij bij z’n vader en zijn bonusmoeder was. (Dat laatste woord hoorde ik van de week in een televisieprogramma en dat vind ik nou ’n léuk woord. Veel leuker dan ‘stiefmoeder’of zo.) Om twee feestjes te hebben als je jarig bent heeft natuurlijk wel wat. En gelukkig kunnen de ouders, of ze nou echt zijn of bonus, goed met elkaar overweg.

Gistermiddag had ik met mijn dochter al het familiecadeau gehaald voor Joost, want hij wilde graag een hamster. En ’n hamster is nog tot daar aan toe, maar wat er allemaal bijkomt, zeg! Om te beginnen zijn onderkomen met slaaphuisje, het onmisbare molentje voor z’n conditie, speeltjes, bodembedekking, wat hooi en spul waar het beestje zelf een nest mee kan maken, ’n drinkflesje en voer natuurlijk. Het was nog ’n heel gedoe voordat we alles bij elkaar hadden, vooral als je er niet echt verstand van hebt. Maar er is ook veel onzin te koop, waar een hamster helemaal niet op zit te wachten.

We hadden een Russische dwerghamster, want die vonden we zelf erg leuk. Joost ook en hij noemt ‘m Harry. Nee, geen Igor of Boris. Gewoon Harry, dat had hij al lang van tevoren bedacht en daar week hij, ondanks de Russische roots van zijn hamster, niet van af.

Alleen, weet je wat het is met hamsters: het zijn overdagslapers. Vanmiddag liet hij zich na enig aandringen even zien, zodat iedereen weet hoe hij eruitziet, maar daarna trok hij zich weer terug in het slaaphuis. Maar ’t is een schatje.

Bij het afrekenen gisteren bij Intratuin, waar we hem haalden, zei het kassameisje dat we ’n week garantie op ‘m hadden. Mocht hij op niet verklaarbare wijze in ongerede geraken, dan mochten we bellen. Garantie op ’n dier. Nou, daar hoef je bij de aanschaf van een mens niet op te rekenen……..


We eten vanavond stout konijn……

Onze tuinman heeft vanmiddag onze tuin winterklaar gemaakt. De heg is geschoren en kan de hele winter weer onderdak bieden aan kouwelijke vogeltjes, die zich even willen verbergen. De tuin is redelijk kaal, want er is veel uitgesloopt. Dat hadden we ook zo afgesproken, want het was na deze regenachtige zomer op z’n Hollands gezegd een zooitje.

Er zijn planten verzet, die ik op een verkeerde plaats had gepoot en het komt als alles goed gaat helemaal goed van ’t voorjaar. Onze wel érg enthousiaste bruidssluier, die je zo ongeveer kon hóren groeien, is weg en er komt een clematis voor in de plaats. Lijkt me leuk.

Omdat de tuinman wel ’n pauze kon gebruiken na al z’n getrek, dronken we heerlijk in de zon even koffie buiten. Dat was leuk, want het is een gezellige prater. Over z’n werk, wat hij vroeger deed, dat hij nu bezig is om, met het oog op de herfst en kerst ook, wat creatieve dingetjes te maken met hout en zo. En dat hij van plan is het grotere ruige bestratingswerk meer uit te besteden, omdat z’n knieën daar niet zo best meer tegen kunnen.

Vroeger, vertelde hij, had hij achter zijn huis in de binnenstad een hele grote tuin, waar hij allerlei dieren had. Het is daar nu helemaal volgebouwd met nieuwbouwhuizen. Hij had in die tuin ook tientallen konijnen. Leuke beesten, zei hij, maar tegen de kerst ook erg lekker. Zo had hij, voor eigen gebruik, ’s avonds toen zijn nog kleine kinderen in bed lagen en hij ze geen enge dromen over hun bloeddorstige vader wou bezorgen, een konijn geslacht. Dat had hij opgehangen in de schuur. “Slachten, laten besterven en de dag daarna eten”, vertelde hij “zo hoort het.” Dat zal wel, ik heb daar tot mijn geruststelling geen verstand van.

Maar zijn dochtertje zag de volgende dag tot z’n schrik toch in de schuur wat het beest was overkomen. Toen zei hij tegen haar: “Dat was een héél stout konijn, hoor! Hij wou mij bijten!” Ze slikte dat verhaal probleemloos: “Ik ben héél boos op jou, konijn!” Geen punt, het was z’n verdiende loon. ’t Was gewoon ’n Kadaffi-konijn……..


Communicatiegestoord…..

Het kan heel vervelend zijn dat, als je even vlug iemand iets wilt mailen en je wéét dat hij een mailadres heeft, je dat adres niet even kunt opzoeken in een e-mailboek, vergelijkbaar met een telefoonboek. Maar dat is tegenwoordig meer een Gouden bedrijvenGids dan dat er gewone mensen in staan.

Ik heb ook al heel vaak gehad, dat ik mensen mailde van wie ik een adres dacht te hebben, en dat ik het mailtje terugkreeg met ’n heel verhaal dat het niet afgeleverd had kunnen worden. Is ie veranderd van adres. Stuur dan even een verhuiskaartje, zou ik zeggen.

Ik weet wel, dat door dat veranderde mailadres het samenstellen van zo’n opzoekboek onbegonnen werk is, maar ik vind het toch wel een lek in de communicatie. Ik ben te simpel, te ouderwets en bovendien te dom om er op ’n andere manier achter te komen.

“Dan bel je toch even om het te vragen? ” Ja, dan hoeft dat hele mailtje niet meer, dan heb ik ‘m toch aan de lijn. Lijn? Dat zég je toch niet meer! Nou ja.

Maar dan wil ik ‘m bellen, staat ie niet meer in het telefoonboek. Is hij ineens gesteld op z’n privacy. Hij heeft inmiddels ook geen landlijn meer en is alleen maar mobiel te bereiken. Dat nummer heb je natuurlijk helemáál niet. Bovendien, als je het wel had gehad: hij is nèt overgestapt en kon z’n oude nummer niet meenemen. Heeft wel een mooie nieuwe telefoon. Kan hij ook mee e-mailen, en mee SMS-en en mee Wordfeuden.

Nou ja, verder gaat het wel goed met mij, hoor……


#$%&!@$@#% nog an toe, zeg…..!!!!!!!……

Gistermorgen vroeg ging de telefoon. Het was ’n buurman die vertelde dat ie over de parkeerplaats liep en toen zag dat de zijruit van onze auto was ingeslagen. “U moet maar even gaan kijken!”, zei hij. Uiteraard deden we dat direct, na het uitproberen van wat minder beschaafde taal en wat we zagen was niet alleen die stukgeslagen ruit, maar ook een vernield dashboard. Waaruit natuurlijk de radio met navigatie ontbrak.

De dief was zeer ruig te keer gegaan. Het verwijderen van het apparaat was kennelijk niet zo makkelijk gegaan, te zien aan de schoenafdrukken op het dashboard en de voorruit. Bovendien had ie werkelijk alle kabels doorgeknipt die hij tegenkwam. En overal lag glas. ’n Zootje was het. Wat er ook lag was een boormachientje dat hij vergeten was, de sukkel. De politieagent, de er snel was nadat we hadden gebeld, vond dat wel een aardige vondst. De handschoenen gingen aan en het bewijsstuk in ’n plastic zak. Ze doen het op de televisie helemaal goed. Mensen hadden trouwens ’s nachts bij de politie gemeld, dat er zich een verdachte Golf ophield. Ook een Golf dus.Samen met de boormachine ook een aanwijzing.

Het was al met al een rare manier om je zondag mee te beginnen. De auto kon natuurlijk niet zonder zijruit blijven dus ’n man van Autotaalglas, naar wie we werden doorverbonden na de melding bij de verzekering, was er ook al snel. Ze beginnen ons bij InShared al te kennen, denk ik, na de recente schade die we in Engeland opliepen. De glasman zette er een plastic noodraam in en morgen komt er een in die weer ingeslagen kan worden.

Maar wat een gedoe, zeg, zo’n akkefietje. Het vervelende was, dat die radio/navigatie een beetje ’n speciale was, die door vader P. onderweg met spraak bediend kon worden. Ja, ook door mijn zoon en mij, hoor, het ding was niet eenkennig. Maar onze zoon had er nogal aan geknutseld, ook de telefoons zaten er aan gekoppeld. Specialistenwerk allemaal en het wordt door de ravage aan de doorgeknipte kabels nog een hele heisa om dat weer allemaal te fiksen. Kost veel tijd ook.

Nou ja, we zitten in de molen die schade-afhandeling heet. Al die sores heb je natuurlijk niet of minder als je fietst. Hoewel die weer makkelijker gejat kan worden. En onze auto staat er nog. We zullen nog positief moeten blijven ook, godsamme! Dat is een ‘bastaardvloek’, zegt mijn woordenboek, dus als ik dat zeg is dát niet zonde, toch……..?


Huiswerk……

Op het schoolplein van onze Beekbergse kleinkinderen stond in verband met de Kinderboekenweek een kraampje van de plaatselijke boekhandel. Met kinderboeken uiteraard. Onze kleinkinderen en ook hun moeders zijn lezers en dat vind ik leuk. Gistermiddag kwam mijn dochter me een daar gekocht boek brengen dat, hoewel ik uiteraard geen kind meer ben (hoewel…?), het allerleukste boek is, dat ik sinds jaren heb gezien. “Echt een boek voor jou!”, zei Ingrid. En ze heeft gelijk.

Het boek heet “Het Muizenhuis” en is ‘gemaakt’ door Karina Schaapman, over wie ik op Wikipedia zo het een en ander gelezen heb. Het is geen huis-tuin-keuken-mens, dat is zeker. Ik zei ‘gemaakt’ over dat boek, want aan het decor van haar boek heeft ze maar liefst drie jaar gewerkt. Het bijbehorende verhaal is ook erg leuk en gaat over Sam en Julia en dat zijn natuurlijk muizen.

Het muizenhuis, waar ze dus zo lang aan bezig is geweest, is vervaardigd van kartonnen dozen, die de ‘kamers’ vormen en die mij, poppenhuisliefhebber als ik ben, stil maken van bewondering. Zo minutieus bedacht en uitgewerkt tot in detail, gemaakt van allerlei oud materiaal, stofjes, kantjes, afval zelfs. Zo leuk, je raakt niet uitgekeken en ziet telkens weer iets nieuws.

De muisjes zelf zijn gebreid van grijze wol. Ze leven en wonen in dat huis met nog veel meer muizen, het is er eigenlijk hartstikke druk. Als je het boek ergens kunt bekijken, doe dat dan en als je je, net als ik, weer kind gaat voelen, koop het dan maar. Het is goed voor je. En voor je kinderen en/of kleinkinderen. Je kunt het voorlopig niet van me lenen…..