Daar is de orgelman….

Onze plaatselijke draaiorgelman is ziek. En ernstig ook. Dat stond van de week in de krant en daar stond ook, dat hij financieel in bijzonder moeilijke omstandigheden verkeerde, doordat hij als “zelfstandig ondernemer” niet in aanmerking kwam voor een uitkering. Bovendien had hij een ‘eigen huis’ en dat wordt dan aangemerkt als ‘vermogen’. Vandaar dus: geen uitkering. Hij dreigde zelfs zijn orgel kwijt te raken.

Natuurlijk sprak iedereen daar schande van. De man heeft 46 jaar lang onze Hoofdstraat opgeluisterd met zijn orgel “Pygmalion”. Hoorde, zoals het ook in de krant werd genoemd, bij het stadsmeubilair. Eén van de wethouders heeft zich met de situatie bemoeid en hij is nu wel uit de zorgen wat die uitkering betreft, maar het is jammer dat zoiets eerst de krant moet halen. Met ’n zielige foto erbij van hem en z’n vrouw, terwijl ze aan hun orgel zitten te knutselen. Het werd een relletje dat niet nodig was geweest als de gemeente anders en wat eerder had gereageerd. De bushokjes, óók straatmeubilair, worden regelmatig gepoetst en onderhouden. Ik bedoel maar.

Bovendien namen heel wat mensen de gelegenheid te baat om als reactie op het krantenartikel te vertellen wat ’n hekel ze hadden aan draaiorgelmuziek. “Helemaal niet erg, dat zoiets van de straat gaat”, zeiden ze. Dan vergeten ze wel hoe bezeten deze man is van zijn vak. Hij “steekt” zijn eigen boeken voor het orgel. We hebben het ‘m zien doen bij een demonstratie op ons winkelcentrum en het is een ambacht, zoiets. Hij doet dat zo muzikaal en vakkundig, geen ziekenhuisakkoorden onder de melodie, hoewel…dat klinkt nu wel ’n beetje cru met een zieke orgelman, maar ik heb er groot respect voor.

De toekomst lijkt er lichamelijk niet zo goed voor hem uit te zien, las ik, maar hopelijk komt ie nog aan het draaien, want dat is wat hij natuurlijk graag wil. En het zullen mijn Amsterdamse roots wel zijn, die maken dat ik een zwak heb voor draaiorgels. Oké, ook geen uren, hoor, maar het winkelt verhipte gezellig in een stad…….!


Belbus……

Vanaf morgen laat busmaatschappij Veolia hier in Apeldoorn een fluisterbus rondrijden. Hij heet heel toepasselijk Whisper. En als alles goed gaat en de kinderziektes zijn er uit dan komen er in het najaar nog vier van die fluisterende voertuigen bij. Ze verbruiken de helft minder brandstof dan een gewone stadsbus en ze produceren ook maar de helft aan uitlaatgassen. Bovendien zijn ze dus heel stil. Allemaal heel mooi en nuttig.

Maar omdát ze zo stil zijn komt er preventief een ‘trambel’ op, want Veolia wil niet de schuld krijgen als er iets gebeurt, dat de mensen dan zeggen: “Ja, maar ik hoorde ‘m niet aankomen!” Dat is er dan niet bij. Ik ben wel benieuwd hoe het klinkt, dat busgeklingel. Even zo goed maar wel uitkijken, want een fiets hoor je ook nooit aankomen en die heeft ook een bel. Maar dit is wel even ’n ander formaat, hoor…….!


Spreektaal…..

*In het radionieuws zat een item over een nu onvindbare Groninger, die een heleboel vakantiegangers heeft opgelicht door ze niet bestaande huizen in Spanje te verhuren via internet. “De slachtoffers zijn door de man belazerd”, zei de nieuwslezer. Een dergelijke woordkeus verlevendigt het nieuws wel, hè? ’t Klinkt zo lekker gewóón, zo zouden wij het ook zeggen.

En die Groninger krijgen ze echt wel te pakken, hoor, de lelijke bedrieger………


Op afspraak……

Vorige week donderdag vond een oplettende Apeldoornse mevrouw dat de jongens vóór haar bij een ABN-Amro-pinautomaat een beetje raar stonden te klooien. Ze pinde zelf ter afdekking met haar hand boven het toetsenbord en voor alle zekerheid noteerde ze het kentekennummer van die gasten. Dat was waarschijnlijk heel slim, want even later ontdekte ze dat er maar liefst drieduizend euro van haar rekening was gehaald. Volgens de bank doordat diezelfde pinautomaat was bewerkt door skimmers.

Ze belde de politie om aangifte te doen en te vertellen, dat ze een prima signalement had van een paar knapen, die dat wel eens gedaan zouden kunnen hebben. Inclusief hun kentekennummer. “Heel mooi, mevrouw”, zei de politieambtenaar “U kunt volgende week dinsdag op afspraak aangifte komen doen.”

Mevrouw was lááiend! Ze zocht de publiciteit en de krant was natuurlijk blij met zo’n sappig item. Ze maakten er een fraai artikel van. Als reactie daarop stond vanmorgen in de krant, dat de politie had verklaard dat er waarschijnlijk een inschattingsfout was gemaakt. Omdat skimmen niks bijzonders meer is en de klant zijn geld tóch wel terugkrijgt van de bank heeft iets dergelijks geen prioriteit.

Maar als je verdorie de daders en hun autonummer op een presenteerblaadje voorgeschoteld krijgt dan kom je toch meteen in actie? Lijkt mij dus. Maar het blijkt dat aangifte bij de politie sowieso weinig haast meer heeft, want je kunt daarvoor echt alleen maar op afspraak terecht. Kun je er nog even over nadenken of het nou écht wel nodig is, dat je de agenten stoort in hun mooie nieuwe politiebureau. Je kúnt als je, ik zeg maar wat, bijvoorbeeld een moord ontdekt natuurlijk even bellen hoe, wat, waar en wie, maar volgens mij kun je beter Baantjer waarschuwen……


Ietwat oververhit….

Als het warm is lijden mijn hersenen aan verweking. Ik moet ze dan gewoon met rust laten en niet te veel belasten, dat is beter voor alles en iedereen. Vandaar dat ik mijn bloedhete zolderkamer vlak onder de pannen maar ’n beetje mijd de laatste tijd. Omdat mijn computer daar staat is ’n beetje webloggen er dan ook niet bij. Erg is dat niet, want er is toch niet zoveel te melden.

Hoewel, afgelopen zaterdag zijn we naar Utrecht geweest om onze aldaar verblijvende nazaat te helpen bij wat klusjes in zijn huis. Er moest een noodzakelijk luik in een vloer gemaakt worden, daaronder een lekkende afvoer gerepareerd, daarna moest er vloerbedekking worden gelegd en er moesten gordijnen worden genaaid en opgehangen. Voor alle werkzaamheden, waar die gordijnen niks mee te maken hadden, was er een Apeldoornse klussenman meegekomen, ofwel wij waren met hém meegereden omdat ie toch bij L-rs aan het werk moest. Zo’n plannetje, dat we dat mooi konden combineren met het maken van die gordijnen ( want die lagen er al maanden en tja, dát zou ik dus doen), dat verzin ik dan zomaar als mijn hersens iets minder verweekt zijn op een koel moment. De naamachine ging mee en ze hangen nu. Na afloop van dit gewerk hebben we ook nog eens lekker gegeten in een Thais restaurantje bij L-rs in de buurt, waar ie goeie berichten over had gehoord. En dat was een mooi besluit van de dag, want die berichten klopten.

Nou, en dan is zaterdag onze vierde
kleinzoon ook nog geslaagd voor z’n zwemdiploma A. Daar konden we niet bij zijn vanwege onze afspraak in Utrecht, maar bij diploma B kunnen we in de herkansing.

Zijn broer vierde vandaag zijn achtste verjaardag. Hij is eigenlijk dinsdag pas jarig, maar deze zondag was een betere vierdag vanwege de nu ruim aanwezige visite. Hij had er dus mooi weer bij en was ondanks die 8 jaar min twee dagen al in feeststemming.

Zo is er toch wel weer het een en ander beleefd en als ze zeggen, dat het wat minder warm gaat worden, wie weet gaat het webloggen hier op zolder dan ook wel weer. Dat hangt uiteraard van meer factoren af dan het weer alleen. Er moet wel iets zinnigs te melden zijn natuurlijk. En wát is zinnig? Wie het weet mag het zeggen. Het zijn komkommervolle tijden…….


Fotografisch geheugen……

We hebben helemaal geen vakantieplannen dit jaar. Het komt er niet zo van. Misschien later ’n midweekje, niet zo ver weg. Dat is niet zielig of zo, want er zijn wel meer mensen zonder vakantieplannen en van die leuke Engelse vakantie van vorig jaar heb ik een mooie serie foto’s en die bekijk ik nogal eens.

Dus áls ik met vakantie wil laat ik die even slideshowen en dan ben ik weer helemaal terug. Leuk hoor. En daar maak je ze toch ook voor, die foto’s? Bovendien heb ik een andere monitor, ‘breedbeeldmodel’ nog wel, dus wat wil een mens nog meer? Nou ja, met vakantie misschien…….


Vredesvoorstel……

Vanavond hoorde ik op de televisie een psychologische mevrouw beweren dat ze wist hoe het kwam dat mannen vaker agressief gedrag vertonen dan vrouwen. Ze hebben in de oudheid altijd moeten vechten om vrouw en kroost te beschermen en jagen om ze voedsel te verschaffen en die genen zitten er nog steeds in. Vandaar dus. Bovendien leveren vrouwen van nu meer commentaar en dat werkt agressie in de hand. In dit verband vond ze, dat de TomTom-navigator de Nobelprijs voor de Vrede zou moeten krijgen vanwege het feit dat die zoveel echtelijke ruzies voorkomt! Vond ik wel ’n leuke….. !


Steekproef…..

Onze huisarts heeft ons beiden geselecteerd om mee te doen aan een Utrechts universitair onderzoek naar het nut van een nieuw landelijk pneumokokken-vaccinatieprogramma. Dat moet met name oudere mensen beschermen tegen allerlei enge bacteriën waar je dood aan kan gaan, als je niet uitkijkt. Over het hele land verspreid zijn er zo’n 85.000 bejaarden nodig en daar zouden wij er dan twee van zijn.

De dokter heeft het in zijn brief over ‘gezonde’ ouderen en dat zijn wij kennelijk. Mooi toch? Als er één is die weet of je eigenlijk wel gezond bent, is het toch je dokter. Ik vind het wel een prettig idee, hoor, dat ie dat vindt.

En ja, natuurlijk doen we wel mee. Is het niet voor ons dan is het in ieder geval voor het nageslacht, zo zijn wij wel. De onderzoeksperiode beslaat twee-en-een-half tot drie jaar en daarin levert je dokter de medische informatie over je al dan niet wel zijn. Als je daar bezwaar tegen hebt, kun je niet meedoen. De deelname is sowieso vrijwillig, al vindt je huisarts je nóg zo gezond.

Mocht je binnen die periode toch in het ziekenhuis belanden wegens een of ander defect, dan weten ze daar ook van je deelname aan het programma. Of je dan business-class komt te liggen weet ik niet, maar eigenlijk verwacht ik dat zonder meer, hoor……..


Vis-á-vis……

Wat ze toch verzinnen, zeg! Het is al 1 april geweest dus het zal wel waar zijn. Als je deze zomer met vakantie denkt te gaan kun je je goudvis onderbrengen in een ‘goudvissenhotel’ op Schiphol. Ze worden te water gelaten in een grote bak, waar zo’n 80 goudvissen in kunnen. Over andersoortige visjes rept men niet dus lijkt het uitsluitend bedoeld te zijn voor de meest verkochte siervis van Nederland. Ondanks hun mooie naam vind ik het tevens de meest zielige siervis van Nederland. Hun lot staat in de meeste gevallen al bij voorbaat vast.

En wat ik me ook afvraag, hè, hoe herken je je eigen goudvis als je ‘m weer op komt halen? Want rugnummers zullen wel niet houden op die gladde ruggetjes en zouden ze op hun naam reageren? Goudvissen krijgen namelijk heel vaak namen. Dat weet ik toevallig, want twee van onze kleinzonen hebben ook goudvissen. Dirk en Ruud heten ze, hoewel ze niet kunnen voetballen, die vissen. Ik weet het niet zeker, maar ik dacht gehoord te hebben, dat één van de twee er al niet meer is en is vervangen door een reservespeler.

Wij hebben ooit eens in een vakantie op ’n huis gepast, waarin zich twee goudvissen bevonden en van wie wij de verzorging op ons zouden nemen. Dat hebben we keurig gedaan, ons precies aan het briefje gehouden dat bij de ronde vissenkom lag.Ook al zo zielig: alleen maar róndjes kunnen zwemmen. Ondanks onze goede zorgen dreven aan het eind van de eerste week de visjes op ’n ochtend óndersteboven, hetgeen ons niet de bedoeling leek.

De mevrouw van het huis belde zo nu en dan om te vragen hoe het ging en zo, want we hadden ook nog een kat in de gaten te houden. Daarvan wisten we alleen dat ie zwart was, vier pootjes en ’n staart had én dat hij z’n bakjes keurig leeg at. Dat deed hij ’s nachts, want hij zag een warme relatie met ons totaal niet zitten. Wij deden er alles aan, maar het was niet anders.

Toen onze tijdelijke huisbazin weer belde vertelde ik met enige schroom, dat we ons heus, echt waar, aan haar instructies hadden gehouden, maar dat de visjes…….., waarop mevrouw riep: “Góddank! Eindelijk. Nee hoor, helemaal niet erg. Géén nieuwe gaan kopen!”

Nee, een leven als goudvis…..alleen je naam is maar mooi…….


Hiep, hiep voor Miep……

Mijn enige nog levende volbloed tante werd 85 deze week. Zelfs voor ons is dat een respectabele leeftijd. Het prettige van het hebben van een levendig, humoristisch en nog behoorlijk actief familielid, met bovendien zo’n beetje dezelfde genen als jij, is dat zoiets je moed geeft voor je eigen fysieke toekomst. Nou ja, de rest van de ooms en tantes zijn inmiddels wel gaan hemelen dus eigenlijk slaat deze opmerking nergens op.

Maar niettemin gaf tante gisteren een feestje op een erg leuke locatie in Lunteren. Voor ons dus niet zo ver weg.

We hebben heel veel familieleden gezien van wie het inmiddels vijf jaar geleden was, dát we ze gezien hadden. Want toen tante 80 werd gaf ze óók een feestje. Ze maakt er een lustrumgewoonte van. Het was dus niet zo gek, dat de meeste mensen bij het afscheidnemen tegen elkaar zeiden: “Nou, tot over vijf jaar dan maar weer!” Zoals tante er gisteren bij zat haalt ze dat ook op haar slofjes, hoor!

Maar zo close is onze familie dus: eens in de vijf jaar schijnt kennelijk genoeg te zijn om het oergezellig te hebben met elkaar. Misschien wel daarom, maar dat weet je niet. Natuurlijk hebben groepjes neven en nichten bij elkaar in de buurt wel meer contact met elkaar, maar wat ons betreft hebben we alles van horen zeggen. Zo gaat dat als een familie nogal aan de maat is.

We hebben ‘de zit vooraf’ lekker buiten kunnen doorbrengen, voordat het diner begon en dat was al erg gezellig. Mijn tante stráálde temidden van dit alles. Dat ze regelmatig namen en omstandigheden door elkaar haalde en we haar nogal eens uit de geheugenbrand moesten helpen had tot gevolg dat ze vaak geërgerd : “Ach ja, natúúrlijk!”riep, maar dat mag als je familie aan de maat is en jij 85 bent.

Al met al was het een bijzonder leuke bijeenkomst en we zijn weer helemaal op de hoogte van ieders wel en wee. Samen herinneringen ophalen is ook erg leuk. Die worden nogal eens verschillend beleefd, dat wil je niet weten! Iedereen is er trouwens ook van overtuigd, dat het weinig zin heeft om te zeggen: “We moeten maar eens afspreken, zeg!”, want door de fysieke afstand, iedereen is druk met werk en kinderen, komt er toch niks van. Het is geen desinteresse, maar je kunt een grote familie er eigenlijk niet bij hebben. Dus dan is “tot over vijf jaar” een mooie kreet.

Moet tante voorlopig natuurlijk wel in goeie doen blijven, maar daar ziet het wel naar uit. En ik bedoel dat uiteraard puur lichamelijk, hè, dat snap je wel. Bovendien…zo’n feestje kóst wat, hoor, tegenwoordig…….