Sluis…..

Op onverklaarbare wijze is er een sluis open gegaan (of gezet, dat weten ze niet!), zodat er op het Apeldoorns Kanaal over vrijwel de hele lengte niet meer geschaatst kan worden. De hele ijsvloer is enkele tientallen centimeters gezakt. Overal staan borden, dat het levensgevaarlijk is om het toch te doen. Er waren voor vandaag schaatswedstrijden uitgezet, iedereen druk mee geweest en dat kan allemaal niet doorgaan. Op z’n Hollands gezegd: zeer lullig. Geen ander woord voor. Of misschien wel, maar dat weet ik even zo gauw niet.

Wat ook heel vervelend is, is dat veel Apeldoornse vijvers verbonden zijn met het Kanaal en dat het ook daar gevaarlijk is. En wat is er nou leuker, vooral voor kinderen, om vlak bij je huis, misschien wel voor je deur, lekker te kunnen schaatsen? Als het een vandalistische actie is, dan zou ik graag zien, dat ze de daders te pakken krijgen om ze, wanneer het Apeldoorns Kanaal ontdooid is, de afstand die anders geschaatst zou zijn te laten zwemmen. En dan niks warme chocolademelk, nee, in je zwembroek naar huis.

Of het is een technisch mankement , wat ik me haast niet kan voorstellen, omdat in de krant stond, dat de sluis verankerd is met vier grote hangsloten die nu verdwenen zijn. Gewoon wèg, foetsjie! Een boze sluiswachter, die door de bezuinigingen zijn baan is kwijtgeraakt? Volgens mij zijn dat vrijwilligers en sluiswachters zijn trouwens niet zo.

Wie er ook verdwenen zijn in Apeldoorn zijn vier wethouders. Vanwege die grondperikelen. We worden steeds bestuurlozer hier. De burgemeester is ook al een vervangende. Nou ja, kunnen ze nog even gaan schaatsen met z’n allen, voordat de dooi invalt. Nee, het Apeldoorns Kanaal zou ik ze niet aanraden. Daar zijn al mensen door het ijs gezakt vanwege perikelen……..


Komt een dokter bij de snackbar…..

In onze krant staat regelmatig een column van ’n huisarts. Die stukjes zijn altijd leuk om te lezen. Hoor je eens wat over de andere kant van het bureau, zal ik maar zeggen. Deze keer ging het over de voorbeeldfunctie van een dokter. En of een arts, die zelf in het bezit is van een behoorlijke buikpartij, eigenlijk wel kan adviseren aan zijn patiënt dat die vooral heel gezond moet eten en veel bewegen. Terwijl hij dat duidelijk zelf niet zo in zijn vaandel heeft.

Hij vertelde, dat hij zelf wel van een frietje houdt en daartoe eens in de paar weken iets bij de snackbar haalt, als ie tenminste niet zijn vrouw zo gek kan krijgen dat zij dat doet. Het vervelendste moment vindt hij dan dat de snackbarkeeper, als zijn bestelling klaar is, met luide stem door de hele zaak roept: “Een friet en een frikandel voor de dokter!” Dan verlaat hij snel met gebogen hoofd zonder iemand te groeten het pand, want hij vindt zichzelf een slecht voorbeeld voor iedereen die hem daar kent.

Nou vind ik persoonlijk één frietje en één frikandelletje nog wel meevallen, maar daar denkt de dokter met zijn schuldige hoofd anders over. Ik vond het een leuk verhaal. Zo ménselijk ook. Want dat is ’n dokter natuurlijk: een mens. Een mens, die wel van een patatje houdt. Leuk, toch?

Mijn vader kreeg trouwens, herinner ik mij, van zijn dokter eens het advies, dat hij maar beter kon stoppen met roken. “Maar”, zei hij er achteraan, “ik rook zelf, ik weet hoe moeilijk dat is. Zie dus maar wat je doet.” Ook zo’n menselijke dokter, maar natuurlijk wel een met ’n flutadvies, waar je weinig aan hebt. Het rare is, dat iedereen zélf wel weet wat goed of slecht voor ‘m is en dat je daar niet eens ’n dokter voor nodig hebt. Je moet ’t alleen even doen, hè…..?


Zuurbal……

Er zijn maar weinig mensen, die ik echt vervelend vind, maar Maxim Hartman is er zo een. Wát een zure man is dat, zeg! Misschien ken ik ‘m niet goed genoeg, ik heb ook nog nooit iets van hem gezien, dus wellicht is ie best wel aardig, maar zo komt hij bij mij in ieder geval niet over. Wij luisterden vanmiddag naar Lunch-Radio, een dagelijkse uitzending van de NCRV. Dat is een leuk programma terwijl je onderwijl je boterhammetje eet.

Eerst is er een gesprek over een of meer actuele onderwerpen en daarna een nieuwsquizz, eveneens over het actuele nieuws van de laatste dagen. De kandidaten komen uit het hele land en per week is er dan een winnaar, die een geldbedrag wint, geloof ik.

Dat gesprek vindt plaats met twee gasten, vaak journalisten, want die hebben altijd een mening, meestal tenminste. Nou, vandaag waren dat Chazia Mourali en Maxim Hartman. Ze werden aangekondigd als programmamakers dus dat zullen ze dan wel zijn. Ze bespraken de uitzending over Koot en Bie van gisteravond. Hartman vond om te beginnen dat de maker van het programma, Coen Verbraak, een beetje teveel de hemel in werd geprezen, want het was hem allemaal erg tegengevallen. Ze hadden gewoon stukken moeten herhalen, dat was veel leuker geweest. Nu was het een doodgewone documentaire geworden.

Nou én? Ik vond het juist gewéldig, dat je kon meemaken hoe dingen tot stand kwamen! Met zulke simpele middelen, veel mínder middelen ook. Dat ze grimeur Arjen v.d.Grijn lieten zien, zonder wie ze hun types wel hadden kunnen vergeten. De camaraman, die soms zó om ze moest lachen, dat het over moest omdat de camera teveel schudde. Dat is toch énig! Maar ondertussen stonden de meeste opnamen er in één, twee keer op, zo professioneel ging het allemaal. Zo zal Maxim Hartman niet meer kunnen werken. Die heeft vast meer toeters en bellen nodig.

Chazia probeerde het nog wel een beetje af te zwakken, al die kritiek, maar ze hakkelt en giebelt me teveel. Maar vanmiddag ging ze met haar dochter sleeën in het Vondelpark, vertelde ze en dat was héérlijk. De quizz-kandidaat deed het trouwens fantastisch! Slechts twee van de vragen moeten passen en verder alles goed. Die gaat wel winnen, deze week. Hij was werkloos, dus dat gun ik hem van harte……..


Kookpunt…….

Nou zie ik bij Irene van Anderzijds dat ze digitaal kookt. Met haar laptop op ’t aanrecht. Dat ziet er gelikt uit. Ik kan niet anders zeggen. En zo efficiënt ook! Niks mis mee. Maar, weet je, ik heb een hele plank met kookboeken en dat ziet er eigenlijk ook best leuk uit. Vind ik dan.

Nee, het bespaart bepaald geen ruimte en wie straks die boeken erven moet heeft er ’n hele sjouw aan, maar dat is mijn probleem dan natuurlijk niet. Ze zijn ook al oud, hoor, die kookboeken. Sommige dan, want er zijn ook wel exemplaren bij van recentere datum die ik cadeau gekregen heb bij een keukenattribuut of zo. Ik heb wel eens een cursusje gevolgd zo hier of daar en de bijbehorende boeken daarvan staan er ook bij. Maar ik vind wel mooi dat ik ze heb. Ik kijk wel eens iets na en ja, dat had ik op de computer kunnen doen, maar dat komt er dan weer niet van.

Ik weet nog, dat mijn moeder in de oorlog, toen er echt niks was, soms in haar kookboek zat te kijken wat ze klaar zou maken als alles er wél weer was. Waarom ze dat deed weet ik ook niet, want zo’n ‘kookster’ was ze eigenlijk niet. Ik denk, dat ze honger had of zo of er zo de moed ’n beetje in hield.

Ik heb nog een Margriet-kookboek, waarin je bij bepaalde bladzijden duidelijk de sporen kunt zien van mijn bakactiviteiten. Want die vond ik altijd het leukste om te doen. Echt culinaire hoogstandjes waren er van mij niet te verwachten. Ik had het toen ook druk met huis en werk, denk ik.

En nú kan mijn zoon zo lekker koken en die vindt het erg leuk om te doen ook. Hij print zijn recepten vaak uit, ook als boodschappenlijst. Dat is een mooie tussenweg van digitaal naar analoog, want ik bewaar ze dan. In één van mijn kookboeken…….


Oorzaak …..

We zijn de afgelopen weken nogal eens in het ziekenhuis geweest. Niks ernstigs, hoor, maar mijn kloris had wat last van zijn linkeroor, dat minder informatie doorgaf dan de bedoeling was. Hij was de laatste tijd ook wat verkouden dus we dachten dat het daarvan kwam. Even in je neus knijpen, een trucje om je trommelvlies in een andere stand te zetten, hielp niet dus we gingen toch maar es even naar de huisarts.

Die wou hem naar zo’n ‘hoorwinkel’ hebben om een audiogram te laten maken. Maar we hadden niet zoveel vertrouwen in de onbaatzuchtige, maar logische, commerciële belangen van zo’n zaak, dus vader wou liever meteen naar een KNO-arts. Hij maakte een afspraak in het Gelre-ziekenhuis en we werden ontvangen door dokter De Cock (met cee-oo-cee-kaa. Wat zal die man daar veel opmerkingen over hebben gekregen de laatste weken, zeg!). Hij keek kloris in z’n oren en vond, dat hij toch maar even in het MRI-scanapparaat moest worden geschoven. Dat leverde ons ’n tweede bezoek aan het ziekenhuis op.

Daarna kreeg hij een uitnodiging om een audiogram te komen maken en ik mocht weer mee. Die test is zeer uitgebreid en heel interessant om er als toeschouwer/-hoorder bij te zijn. Een half uur later konden we weer terecht bij dokter De Cock, die vertelde dat hij de MRI-scan van vaders hersenen had bekeken en gezien had dat die er prachtig uitzagen. Niks mis mee. Onze dochter zei later dat je op zo’n scan niks kunt zien over de inhoud ervan, maar dat bleek een grapje.

Hij zit wat z’n oren betreft op de grens van wel of niet een gehoorapparaatje. Vooral voor het linkeroor dus. De dokter zei, dat hij hem daar eigenlijk niet in kan raden, omdat per persoon de gehoorbeleving heel verschillend kan zijn.

Uiteraard hebben we in de auto naar huis daarover gepraat, maar kloris heeft er geen zin in. Hij is vooral bang dat het beluisteren van muziek ‘vervorming’ zal geven en dat wil ie natuurlijk niet. Hij wil ’n keer naar zo’n hoorshop om het vrijblijvend uit te proberen. Als het niks of weinig
toevoegt laat ie het er voorlopig bij. En financieel schijnt het ook nogal eens uit de hand te kunnen lopen, ondanks de reclame van “0 euro”. Onze buren hadden ’t over duizend euro en meer en die zijn ervaringsdeskundig.

Maar het gaat eigenlijk helemaal niet zo slecht ook. Ik heb een duidelijke stem, letterlijk dan, en dat is natuurlijk mooi meegenomen in een huwelijk. Vooral als ik me aan zijn beste kant bevind en me van míjn beste kant laat horen is er weinig mis. Wát ik zeg is natuurlijk ook van belang, maar ach, ik heb best een aardig karakter. Komt helemaal goed…….


Kraakbeweging……

‘k Beweeg mij thans door dit pand als was ik nóg ouder dan ik al ben. Gisteren was ik namelijk, doorverwezen door mijn fysiotherapeute, die nu lekker aan ’t skiën is in Zwitserland, want zij is zo’n vijftig jaar jonger dan ik, bij haar collega, die manueel therapeut is. Op de website van de praktijk staat heel eerlijk, dat zo’n iemand in de volksmond een ‘kraker’ heet.

Ik heb gisteren niks daadwerkelijk horen kraken, maar hij heeft me wel zo godsgruwelijk te pakken genomen, dat voor mijn gevoel mijn hele bottenhuishouding aan barrels zou moeten liggen. “Hier gaat u wel een paar dagen last van krijgen, hoor!”, zei hij troostend. Het is een heel aardige jongeman, die best wel met mij en mijn klachten begaan is (hij is zelfs Master in zijn specialisatie) maar ondertussen…..

Nou ja, als het maar helpt en de aanvullende verzekering, die we voor dit soort activiteiten bij onze nieuwe ziektekostenboer per 1 januari hebben afgesloten, maar voldoende dekking geeft. Zoals het nu voelt, wel helemaal volgens de voorspelling van de kraker natuurlijk, hoop ik daar maar het beste van. Volgende week moet ik nog ’n keer……


Brabantse efficiëntie……..

Brabanders zijn gezellige mensen, dat is bekend. Met dat bier en dat carnaval. Ongetwijfeld zitten er ook eikels tussen, maar die heb je overal dus dat is niks bijzonders. Maar het schijnt, dat ze het meest efficiënte taalgebruik hebben van heel Nederland, zeg!

Als bewijs daarvan kreeg ik een lijstje onder ogen dat ik degenen die daar nog geen kennis van hebben genomen niet wil onthouden. Leest u maar even mee. Als iemand zegt:

– Dit behoort tot de mogelijkheden, dan zegt een Brabander: Da ken.

– Hieromtrent kunnen wij u geen enkele zekerheid bieden: Ge wit noit nie.

– Zou u dat eens willen herhalen?: Wa?

– Zulks ben ik geenszins van plan: Da den’k toch nie.

– Ligt dat in de lijn der verwachtingen? : Zou da?

– Hiermee denk ik geen probleem te ondervinden: Hendig zat.

– Dit wordt door mij als bijzonder spijtig ervaren: Da’s sund.

– Hetgeen u mij vertelt verbaast mij ten zeerste: Wa zedde nou?

– Deze informatie is geheel nieuw voor mij: Daor wit ‘k niks van.

– Ligt dat binnen het kader van uw bevoegdheden: Meude gaai da wel?

– Ik heb hierover een enigszins afwijkende mening: Da’s nie.

– Het leven van een Brabander gaat niet over rozen: Tis wa.

Conclusie: Met het Brabants als voertaal kunt u tot 80% bezuinigen op de tijd die u doorbrengt met werkvergaderingen!

Ik vraag me alleen af of al die spraakzame gezellige Brabanders nou op zó’n bezuiniging zitten te wachten. De nachten zijn d’r toch al lang dus ’t maakt ze waarschijnlijk niks uit…….


Voorkennis……

Onze overburen hebben een ‘landingsplaats’ neergezet in hun voortuin. In de hoop dat vogels kunnen lezen dacht ik: “Gôh, leuk zo’n voedertafel voor onze geverdere vriendjes!” Maar ondanks het feit dat onze overburen beiden aan de lange kant zijn leek het geheel me toch wat hoog om er gemakkelijk voer op te kunnen leggen. Tot ik gisteren onze buurvrouw uit de auto zag stappen. Aan haar omvang was te zien, dat de landingsplaats bedoeld was voor een ooievaar!

Leuk idee misschien, maar vroeger deden wij dat toch anders. Het geboortekaartje was de eerste officiële aankondiging van de komst van een nazaat. (Ons eerste kind was gisteren trouwens hartstikke jarig!) Maar aan een publiekelijk voortraject deden we niet.

Ik wens de mama en papa natuurlijk alle goeds en voorspoed bij de klus die ze te wachten staat, maar weet helaas, dat de ooievaar soms wel landt, maar……. Nou ja, zoiets is hier natuurlijk niet aan de orde. We wachten met spanning het naambord af in de voortuin…….


Back to the future……

Onze jongste zoon mopperde al twitterend dat ie al de hele dag zat te wachten op een pakje, dat door Post.nl moest worden bezorgd. Daar zaten via internet bestelde schoenen in. Natuurlijk vervelend als je met dat wachten zoveel tijd kwijt bent, terwijl je wat anders te doen hebt buiten de deur.

Onze oudste zoon vertelde hem over een dienst, waar je zelf je schoenen kon ophalen. “Gôh, dat is handig!” zei z’n broer. “Hoe heet dat bedrijf?” “Winkel” was het antwoord……..


Van de sokken……

‘k Heb weer es wat. Ik las dat eigengebreide kleding en ook woonacessoires hevig in de mode zijn. Dat is op zich natuurlijk mooi. Breien is leuk. Hoewel de Libelle in grote letters heel jolig boven het artikel had staan: insteken, doorhalen, omslaan, af laten glijden. Dat zou ik toch anders adviseren. Je kunt beter eerst omslaan en dan doorhalen, maar misschien zijn die redactrices te jong en kúnnen ze helemaal niet breien.

Maar waarom zeggen ze ‘eigengebreid’ ? Ik zou zeggen: ‘zelfgebreid’. Of als iets niet door jouzelf is gebreid: handgebreid. Ja, ja, je hebt gelijk, natuurlijk weer pietluttig. Maar ik vraag me dan af of het ’n dialectische oorzaak heeft dat, zoals zoveel van die eigenlijk niet kloppende woorden, in ons taalgebruik geslopen is. Ik heb wel een appeltaart gegeten die volgens de aankondiging ook eigengebakken was en die smaakte erg lekker. En eigengemaakte soep wil d’r ook best in. Een eigengebreide trui zal best lekker warm zijn. Dus wat maakt het uit. Niks. Ik zeur.

Op een regionale zender ( ik weet niet meer welke, hoor, want wij zappen ze allemaal langs!) zag ik een oude mevrouw in een scootmobiel. Ze had een bord aan haar karretje hangen waarop stond: “TE KOOP: HANDGEBREIDE SOKKEN”. Ze had haar hele handel uitgebreid zichtbaar bij zich en zo reed ze overal rond. Ze scheen goede zaken te doen, want wie wil dat nou niet? Lekker warme, ouderwets door een oma gebreide sokken. ’n Slimme oma ook nog, want je moet er zo maar opkomen! Zit je toch niet voor niks te breien bij de televisie. Leuk…….!